Menso Alting - Opleidingen

Mbo-Verpleegkundige (23182) BBL

  1. Voorwoord Opleiding

    Welkom bij het landschap Gezond en Wel.


    In deze opleidingsgids krijg je meer gedetailleerde informatie over jouw opleiding.
    Ook voor je werkgever is deze informatie  interessant, zodat ze weten waar jij voor gaat. We hopen dat je een leerzame, maar vooral ook een leuke tijd tegemoet gaat.
    Daarvoor moet er natuurlijk nog het een en ander gebeuren en wij staan met alle docenten, conciërges, administratieve medewerkers en praktijkopleiders klaar om jou hierbij te ondersteunen.

    Wij wensen je veel succes bij je opleiding.

  2. De opleiding

    Jij hebt gekozen voor de opleiding Mbo-Verpleegkundige via de Beroeps begeleidende leerweg (BBL).

    Als Mbo-verpleegkundige word je breed opgeleid. Dat wil zeggen dat je tijdens deze opleiding lessen en opdrachten te verwerken krijgt over verschillende branches en diverse doelgroepen. Wanneer je gekozen hebt voor een BBL leerweg heb je een leer-arbeidsovereenkomst gesloten met een werkgever van een bepaalde branche. 
    Voorbeelden van branches zijn de verpleeg- verzorgingshuizen en thuiszorg, gehandicaptenzorg, psychiatrie en ziekenhuis. De doelgroepen waarmee je te maken krijgt zijn chronisch zieken, revaliderenden, ouderen en dementerenden, mensen met een verstandelijke beperking, mensen met psychiatrische aandoeningen en mensen die voor diagnostiek en behandeling in een ziekenhuis verblijven. 
    Hoewel je breed opgeleid wordt op school, werk je als BBL leerling in één branche. Binnen deze branche kom je wel in aanraking met verschillende doelgroepen en zorgsituaties. Doordat je binnen één branche met verschillende doelgroepen en situaties te maken krijgt verdiep je je meer in deze branche.

    De taken die je als verpleegkundige hebt, voer je uit in de branche waar je werkzaam bent en dat kan zijn bij de mensen thuis of binnen de instelling is afhankelijk bij welke werkgever je opleiding volgt. Om de juiste zorg te kunnen verlenen maak je gebruik van een verpleegplan. In het verpleegplan stel je op grond van de uit de verpleegkundige anamnese verkregen gegevens een verpleegkundige diagnose en stel je een verpleegplan op. In dit verpleegplan plan je de zorg die je op grond van de verpleegkundige diagnose noodzakelijk acht. Dit doe je samen met de zorgvrager en je stelt samen ook doelen op, plan je acties en evalueer je de verleende zorg. De zorg kan bijgesteld worden op grond van de evaluaties.

    Je werkt individueel of samen met collega’s met dezelfde (verpleegkundigen) of andere kwalificaties zoals; verzorgenden IG,  artsen, fysiotherapeuten, ergotherapeuten, psychologen, maatschappelijk werkenden, diëtisten, etc.

    Daarnaast werk je samen met de zorgvragers en met mantelzorgers. De mantelzorgers nemen in de huidige maatschappij een steeds belangrijkere rol in bij de zorg.

    Afhankelijk van de locatie waar je de opleiding gaat volgen en het moment dat je instapt in de opleiding, begin je eerst met perioden op school. Daarna ga je leren en werken in de organisatie waarmee je een leer- arbeidsovereenkomst hebt gesloten. Je komt gedurende het schooljaar 1 dag in de week naar school. Tijdens de schoolvakanties ben je werkzaam in je branche. 
    Je volgt naast de theorie ook praktijklessen in het skills ter voorbereiding van de handelingen die je op je werk moet of kan uitvoeren. Het is vanzelfsprekend dat je werkgever je op onregelmatige tijden inzet rekening houdend met je opleiding.

  3. Leren in het Landschap

    In het landschap Gezond & Wel zijn twee hoofdrichtingen te onderscheiden nl. gezondheidszorg en welzijn. Bij gezondheidszorg betekent dat niet alleen zorg op lichamelijk gebied, maar ook  psychische en sociale aspecten spelen een grote rol. Voorbeelden van zorg zijn bieden van hulp en ondersteuning bij lichamelijke zorg, wondverzorging of assisteren bij onderzoek of ingrepen. Verder mag je verpleegtechnische handelingen verrichten die je met een ander diploma niet mag uitvoeren zoals; infusen inbrengen of hechtingen verwijderen.

    Bij welzijn draait het eveneens om zorg, maar daar richt je je meer op het behoud van regie op eigen leven. Je biedt ondersteuning bij het zelfstandig wonen, invullen van een dag of het regelen van allerlei zaken op sociaal maatschappelijk gebied. 

    opleiding Dienstverlening niveau 2

    Je bent vooral praktisch bezig op het gebied van zorg en welzijn, sport en facilitaire dienstverlening. Je komt in aanraking met verschillende doelgroepen van jong tot oud, gezond en met een gezondheidsprobleem of handicap. Je bent gastvrij en bent bereid tot het bieden van hulp.

    Verzorgende IG , niveau 3

    Als verzorgende IG ben je in de individuele gezondheidszorg werkzaam. Je bent er voor de zorg en welzijn van zorgvrager. Je biedt ondersteuning bij dagelijkse activiteiten van het leven op gebied van huishouden & wonen,  lichamelijke & psychische zorg en sociaal emotionele begeleiding.

    Maatschappelijke zorg 3

    Je ondersteunt mensen in de samenleving die niet in staat zijn zelfstandig te functioneren. Dat kunnen mensen zijn met verslaving, stoornis of beperking. Je geeft persoonlijke begeleiding en probeert samen met de betrokkenen probelemen op te lossen. Je werkt bij mensen thuis, in beschermde woonvormen of binnen een instelling.

    Maatschappelijke zorg 4

    Het lijkt vanzelfsprekend om eigen regie over je leven te hebben, maar voor verslaafden, daklozen, mensen met een psychiatrische aandoening of verstandelijke beperking is dat lastig. Met de opleiding maatschappelijke zorg richt je je op verschillende doelgroepen. Je kunt kiezen voor het profiel persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg,agogisch medewerker GGZ, thuisbegeleider en persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen.

    Sociaal Werk (alleen bij Landstede Zwolle) niveau 4

    Als sociaal werker ben je bezig om mensen te laten ontdekken hoe zij een plaats kunnen hebben in de samenleving, je leert kwetsbare mensen op eigen benen te staan. Naast persoonlijke adviezen, organiseer je activiteiten ter verbetering van woon- en leefklimaat. Je hebt met veel instanties te maken zoals o.a. gemeenten en politie.  De opleiding is breed opgezet en de je kunt op verschillende plekken komen te werken.

    Het is mogelijk dat je door de landschappen heen leert. Daar wordt mee bedoeld dat er verbindingen gelegd worden tussen de verschillende landschappen. Een voorbeeld daarvan is de integratie van sport en bewegen in de gezondheidszorg.  Sport en bewegen heeft een belangrijke invloed op de gezondheid en welzijn van zorgvragers. 

  4. Opbouw van de opleiding

    Opleiding Mbo-Verpleegkundige bestaat uit 3 fasen.

    De totale opleiding bestaat uit een trajectlijn welke is opgebouwd in 3 fasen. Je begint in de startersfase waarin je je oriënteert op wat er in de gezondheidszorg gebeurt. Je gaat werken aan je zelfbeeld, opleidings- en beroepsbeeld. Je leert door naar jezelf te kijken welke sterke en minder sterke competenties je hebt en welke je wilt versterken of ontwikkelen. Daarnaast ga je bezig met het beroepskwalificerende deel van de opleiding ook wel het basisdeel genoemd. Je leert in deze fase allerlei basisvaardigheden die noodzakelijk zijn om zorg te kunnen bieden, zorgvragers te kunnen begeleiden op sociaal emotioneel gebied en methoden om op systematische wijze voorlichting te geven. Deze kennis en vaardigheden ga je gedurende je opleiding verder toepassen, uitdiepen en verbreden. In de startersfase kies je ook welke keuzedelen je wilt volgen.

    Na deze startersfase kom je in de gevorderde fase. Je komt in aanraking met verschillende doelgroepen in je branche. Naast het basisdeel waar je nog mee bezig bent, ga je je ook verdiepen in een branche waarin je werkt. In deze fase ga je ook starten met het keuzedeel of delen  waarvoor je in het begin van je opleiding gekozen hebt. Ook in deze fase ga je je verder verdiepen in het beroepsbeeld, zelfbeeld en opleidingsbeeld. Je gaat je verder verdiepen en experimenteren met het geleerde uit de periode die je achter je hebt. In de gevorderde fase start je met examinering in de praktijk.

    Na de gevorderde fase kom je in de laatste fase, de fase waarin je beroepsbekwaam gaat worden. Je leert klinisch redeneren bij verschillende doelgroepen, je gaat de zorg zelfstandig plannen, uitvoeren en evalueren. Je werkt aan deskundigheidsbevordering door een onderzoek en verslag en je bent bezig met kwaliteitszorg een methode om de kwaliteit van zorg te verbeteren. Alles wat je hebt geleerd ga je integreren en moet in elkaar passen. Je sluit je opleiding af door middel van gesprek waarin je terug kijkt op je ontwikkeling als persoon en beroepsbeoefenaar  en vooruit kijkt naar hoe je je in de toekomst verder wilt ontwikkelen. 

    Er zit een opbouw in de complexiteit van de kennis, vaardigheden en beroepshouding. Je gaat van begeleid naar geleid en uiteindelijk naar zelfstandig leren. Je hebt in het laatste jaar ook meer verantwoordelijkheden. Jij zorgt steeds meer voor je eigen leerproces.

    Daarnaast heb je binnen bovenstaande fasen te maken met een basisdeel waarin je je de grondbeginselen van je beroep eigen maakt. Het profieldeel geeft verdieping voor wat betreft de branches waarin jij werkzaan bent, maar ook de andere branches die je tegenkomt in de gezondheidszorg komen aan bod. Het keuzedeel geeft je de mogelijkheid tot verdiepen, verbreden of doorstroom in een onderwerp van jouw keuze. Het kan zijn dat je werkgever aangeeft welke keuzedelen die aangeboden worden gewenst zijn. Daarnaast werk je nog aan het generieke deel. Het generieke deel bestaat uit de vakken: Nederlands, rekenen, Engels en Landstede Loopbaan en Burgerschap
  5. LWP ’s en TWIXX in de opleiding

    Tijdens de opleiding werk je aan leerwerkprestaties (LWP). Deze leerwerprestaties zijn voorbereidingen op je praktijkexamens tijdens stage en bevatten opdrachten, projecten en dergelijke.
    Je kunt in een LWP lezen aan welke kerntaken en werkprocessen je werkt. Ook lees je in de LWP hoeveel uren je ermee bezig bent en aan welke eisen je moet voldoen om de LWP met een voldoende resultaat af te sluiten.
    Om praktische vaardigheden te trainen en te oefenen in het kader van verschillende LWP's kan je gebruik maken van het praktijklokaal. 

    Voorbeelden van LWP’s zijn: persoonlijke basiszorg, begeleiden van zorgvragers, hulp bieden in onvoorziene situaties, verpleegtechnische vaardigheden, chronisch zieken,  projecten etc.
    Een LWP kan ondersteund worden door diverse TWIXXen . Je kunt een TWIXX volgen in een klaslokaal, collegezaal, in het skills of door middel van een opdracht buitenschool of een excursie.  Een TWIXX en een LWP kan zowel binnenschools als ook buitenschools gevolgd worden.

    Een TWIXX kan zijn een training, workshop, instructie, opdracht etc. Voorbeelden van TWIXX-en kunnen zijn: leren injecteren, rollenspel met een simulant, bereiden van een maaltijd, powerpoint over diabetes, werken aan opdrachten, het volgen van een e-learning of een presentatie maken en geven. 

    Kortom voldoende variatie om je opleiding kleur en smaak te geven.

  6. Coaching

    De coach

    Om succesvol te kunnen zijn in je leer- loopbaan krijg je tijdens je opleiding een coach toegewezen. Deze coach houd je in principe je hele opleiding, dat is echter wel afhankelijk van de locatie waar je wordt opgeleid. De coach houdt ook contact met je praktijkopleider en zal een of twee keer per jaar bij een evaluatie of beoordelingsgesprek aanwezig zijn.
    De coach speelt een belangrijke en centrale rol in de tijd die je op school doorbrengt en natuurlijk tijdens je leren in de praktijk. Je bespreekt aan de hand van een zg. leermeter gesprek je leerproces op school met hem/haar maar je kunt ook persoonlijke dingen bespreken. De coach is degene die je kan verwijzen naar studentbegeleiding of andere soorten van begeleiding. In het begin van je opleiding zal je coach je meer sturend begeleiden, maar aan het eind ben je zo zelfstandig dat je op vraagsturing begeleid wordt. Naast gesprekken biedt je coach ook ondersteuning bij het ontwikkelen van je portfolio en zal deze ook met jou bespreken. 

    Een keer per periode is er een studentenbespreking. Hieruit volgt een advies met betrekking tot je te volgen leerloopbaan. Je krijgt ook in de praktijk feedback en beoordelingsgesprekken. Dit kan leiden tot een bepaald advies. Deze wordt altijd via school gegeven. In de beginfase van de opleiding krijg je hier verdere uitleg over.

    Tijdens de lessen krijg je begeleiding van een docent. Bij de skillslessen word je begeleidt door een docent, instructeur of lesassistent en in de BPV (=stage) is er de BPV-docent die jou begeleidt.

    De coach is altijd je eerste aanspreekpersoon voor vragen en opmerkingen. 

  7. Praktijkleren - BPV

    De BBL opleiding

    Bij de studenten die de BBL volgen vindt de Beroeps Praktijk Vorming (BPV) plaats in de zorginstellingen waar je ook werknemer je opleiding volgt.
    Tijdens de BBL opleiding ben je aan het werken en leren, je hebt een dubbelrol als werknemer en student. Tijdens dit werken en leren proces ben je in de praktijk bezig met het oefenen van vaardigheden die je nodig hebt als verpleegkundige. Als blijkt dat je voldoende geoefend hebt en de vaardigheden onder de knie hebt kun je een praktijkexamen afleggen. Je bent dus naast school met het praktische deel van de opleiding bezig. Het kwalificatiedossier en het beroepsprofiel vormen de uitgangspunten voor je beroepsvaardigheden. Deze staan beschreven in een trajectlijn, waarop de opleiding inhoudelijk is opgebouwd. Hierover krijg je verder uitleg in je opleiding.

    De voorbereiding, het oefenen en het aftoetsen van praktijkexamens gebeurt grotendeels op de werk. Doordat de examinering plaatsvindt  in een werkelijke zorgsituatie is het belangrijk dat je aan alle aspecten van de zorg aandacht  besteedt.Daar wordt mee bedoeld dat je naast kennis en vaardigheden over de juiste beroepshouding beschikt.

    BPV begeleiding tijdens de BBL opleiding

    Tijdens de BPV word je zowel vanuit school als vanuit de zorginstelling begeleid. Op school zal je coach je begeleiden bij de voorbereiding op BPV. Tijdens de BPV word je begeleid door je coach of een BPV docent die de instelling minimaal één keer per leerjaar bezoekt voor een voortgangsevaluatie.
    Naast de begeleiding vanuit school wordt je uiteraard in de praktijk begeleid door begeleiders op de afdeling waar je werkt en door praktijkopleiders die belast zijn met opleidingen binnen de instelling. 

    BPV intranetsite

    Voor alle BPV  informatie kun je kijken op  intranet  de portaal van de opleiding Verpleegkundige,
    onder het kopje BPV. Daar staan de evaluatie formulieren, urenstaten en deskundigheidsverklaringen, etc. op.

    Vaccinatie en VOG

    Vele instellingen stellen voor de stage een hepatitis B vaccinatie verplicht. Dit ter bescherming van zowel de student als de zorgvrager. Tijdens je sollicitatie zal je hierover geinformeerd zijn net als het aanvragen van een ( verklaring Omtrent Gedrag VOG).

  8. Specifieke voorzieningen en of vereisten

    Leren in het skills binnen de diverse locaties

    Tijdens de skills acttiviteiten is het verplicht om een uniformjasje te dragen. Verdere gedragsregels voor het skills worden op de diverse locaties bekend gemaakt tijdens de eerste lessen.

    Tijdens de beroepspraktijk vorming draag je de kleding die de instelling waar je werkt voorschrijft. Als het gaat om beroepskleding, wordt dit in de meeste gevallen verstrekt door de zorginstelling. Zorginstellingen kunnen regels hebben rondom tattoos en het dragen van piercings, oorbellen of andere versierselen. Deze regels moeten worden gevolgd.

    Zorgtrainingscentrum

    Het zorgtrainingscentrum is verdeeld in drie pijlers, te weten, zorgetisch-, wijkzorg- en zorgtechnologischlab. studenten worden opgeleid volgende de principes van het "vernieuwend zorgen" waarin de cliënt zelf de regie neemt en de zorgmedewerker faciliterend is. De nadruk ligt meer op kwaliteit van leven, veerkracht en vitaliteit dan op ziekte.

    Beroepsgeheim

    De student is, evenals degene die reeds tot het beroep is toegetreden, verplicht geheim te houden al hetgeen de student gedurende de opleiding  tot het beroep is toevertrouwd, of hetgeen daarbij ter harer/zijner kennis is gekomen, of waarvan zij/hij het vertrouwelijk karakter moet bewaren.

  9. Examinering

    Landstede Examencommissie

    Elke opleiding heeft een examencommissie (LEC), die verantwoordelijk is voor de examinering binnen het landschap. De volgende taken zijn o.a. van toepassing:

    • contacten met studenten over examinering
    • autoriseert verzoeken van studenten met betrekking tot examentijdverlenging, wijzigen van examenbeoordelingen, overmacht situaties en het oplossen van onvoorziene omstandigheden
    • handelt onregelmatigheden en klachten af
    • regels vaststellen m.b.t. de goede gang van zaken tijdens het proces van examinering
    • evalueert examenproducten en –processen
    • fiatteert een aanvraag tot diplomering

    De examencommissie van het landschap Gezond & Wel is samengesteld uit docenten die werkzaam zijn in de opleidingen Maatschappelijke Zorg, Dienstverlening, Verzorging en Verpleging op de locaties Harderwijk, Lelystad, Raalte en Zwolle. Een van de directeuren is ook lid van de examencommissie.

    Taakhouder kwaliteitszorg

    Elke opleiding en op elke locatie is een taakhouder kwaliteitszorg aangesteld waarbij de student via de e-mail of schriftelijk terecht kan voor:

    • het verloop van examinering
    • klachten over het examenproces
    • aanvragen extra examen gelegenheid i.v.m. afwezigheid door overmacht situatie
    • aanvragen van vrijstellingen
    • aanvragen examentijdverlenging
    • aanvragen extra faciliteiten tijdens de examinering
    • aanvragen wijziging van examenbeoordelingen

    Het examenbureau

    Het examenbureau zorgt voor de uitvoering van de examinering. Het examenbureau is verantwoordelijk voor de voorbereiding, de uitvoering en de verwerking van examens. Per locatie is er een examenbureau op locatie.

    Taken:

    • Stelt examenroosters op en verspreidt examenroosters onder belanghebbenden
    • Regelt examenruimtes en regelt, instrueert en begeleidt surveillanten
    • Vraagt examentijdverlenging en/ of toekenning van andere overige faciliteiten aan bij de examencommissie
    • Meldt onregelmatigheden en/of klachten tijdens examinering bij de examencommissie
    • Geeft inzage in beoordeelde examens aan studenten
    • Archiveert examens
    • Inschrijven voor herkansingen
    • De student kan een herkansing aanvragen bij het examenbureau. Dit kan via mail en/of een herkansingsformulier. Deze formulieren staan op intranet en zijn verkrijgbaar bij het examenbureau.

    Contactgegevens examenbureau per locatie:

    Harderwijk:       examenbureauharderwijk@landstede.nl
    Lelystad:          examenbureaulelystad@landstede.nl

    Menso Alting:   examenbureauMA@landstede.nl

    Raalte:             examenbureuraalte@landstede.nl

    Zwolle:             examenbureauzwolleb@landstede.nl

    Examenplan

    Basis voor (het onderwijs en) de examinering zijn het kwalificatiedossier, de kwalificatie-eisen

    Loopbaan & Burgerschap in het mbo en de generieke eisen voor taal en rekenen. In het examenplan van jouw opleiding vind je het overzicht van de examens die je moet behalen om een diploma te krijgen.

    Het examenplan vind je in e-TO.

    Praktijkexamens

    De praktijkexamens worden ingekocht bij Prove2Move. Je ontvangt een praktijkexamenboek tijdens de opleiding. Je bent zelf verantwoordelijk voor het bewaren van dit document gedurende de hele opleiding.

    In het praktijkexamenboek staat beschreven hoe je de examenopdrachten moet uitvoeren.

    Ook krijg je voorlichting over het voorbereiden, uitvoeren van praktijkexamens en het inleveren van de bewijslast.

    Uitvoering en beoordeling praktijkexamen

    De meeste praktijkexamens vinden in de beroepspraktijk plaats. Een aantal examens doe je in simulatie op school .De taakhouder kwaliteitszorg kan je hierover informeren.

    In overleg met je coach en praktijkbegeleider bepaal je of je eraan toe bent een praktijkexamen te gaan doen. Je maakt een schriftelijke voorbereiding die je aan je praktijkbegeleider en je coach voorlegt. Als beiden vinden dat jij je voldoende hebt voorbereid, plan je in overleg met een beoordelaar een moment van afname en je vraagt of hij een deskundigheidsverklaring in wil vullen.

    De beoordelaar, iemand die daarvoor gecertificeerd en bevoegd is, vult het beoordelingsformulier in, geeft feedback bij de criteria en bespreekt de beoordeling met jou. Bij een onvoldoende resultaat heb je een gesprek met je coach over hoe jij je gaat voorbereiden op je tweede gelegenheid.

    Voor de tweede gelegenheid vraag je aan je coach nieuwe beoordelingsformulieren die voorzien van het stempel ‘Herkansing’.

    Instellingsexamens en centrale examens (CE)

    Nederlands en Engels schrijven, spreken en gesprek voeren en loopbaan en burgerschap zijn instellingsexamens en deze worden via TOA afgenomen. De afname loopt via de vakdocenten.

    Rekenen, Nederlands en Engels lezen en luisteren zijn centrale examens oftewel landelijke examens en deze worden op door de overheid bepaalde momenten in het jaar afgenomen. Deze staan in de examenkrant.

    Engels geldt alleen voor niveau 4.

    De vakdocenten informeren jou over de niveaus en de afname van de genoemde examens.

    Afwezigheid examens

    Bij afwezigheid meld je je bij de taakhouder kwaliteit en het examenbureau af. Zie verder ‘Recht op herkansing en overmacht’.

    Examenkrant

    Als je gaat beginnen aan de centrale examens ontvang je de examenkrant waarin je belangrijke informatie vindt. Bewaar deze goed en lees deze aandachtig door.

    Aangepaste examenmogelijkheden Nederlands, rekenen en Engels

    Het kan zijn dat de normale examenfaciliteiten niet voldoende zijn voor studenten met een beperking.  In dat geval kan de student extra faciliteiten - zoals extra tijd of extra hulpmiddelen – aanvragen bij de LEC via het examenbureau.

    BPV

    Elke leerjaar moet je de bpv met een voldoende afsluiten. De eindbeoordeling met de urenverantwoording en een kopie van je bpvo zijn een onderdeel van jouw examendossier.

    Recht op inzage Nederlands, rekenen en Engels

    Je hebt recht op inzage van de examens Nederlands, Engels en rekenen. Je dient je verzoek je verzoek binnen 10 werkdagen bij het examenbureau in. Voor inzage in de centrale examens heb je een speciaal formulier nodig dat je bij de taakhouder kwaliteit kunt ophalen.

    Recht op een herkansing en overmacht

    Wettelijk heb je recht op een herkansing voor ieder examenmoment. Landstede spreekt dan van een examen in tweede gelegenheid. De tweede gelegenheid wordt op een redelijke termijn opnieuw aangeboden. Een reden tot herkansing/tweede gelegenheid kan zijn dat je de eerste gelegenheid ziek was, vergeten had of dat je een hoger examenresultaat wilt behalen.

    Bij uitzondering, bijvoorbeeld in een overmacht situatie waardoor je het examen niet kon maken, kun je in aanmerking komen voor een extra gelegenheid, eigenlijk een derde kans. Je dient hiervoor een schriftelijk verzoek in bij het examenbureau. Je voorziet dit verzoek van argumenten en bewijsmateriaal. Het examenbureau legt jouw verzoek voor aan de examencommissie.

    Let op! In geval van een herkansing wordt altijd een volledig examen afgenomen; met andere woorden:  een praktijkexamen of een centraal examen kan niet in delen worden herkanst.

    Examendeelnemer

    Een kandidaat die de examinering ook in tweede/derde gelegenheid niet heeft behaald kan zich, mits voldaan aan de criteria van examendeelnemer, na afloop van de opleiding inschrijven bij Landstede als examendeelnemer. Dit betekent dat de student een Landstede account heeft. De student heeft geen recht op onderwijs en begeleiding en betaalt een bedrag voor elk af te leggen examen. Informatie daarover kun je verkrijgen bij de administratie.

    De kosten voor het maken een praktijkexamenopdracht is € 130,-.

    De kosten voor het maken een schriftelijke examen is € 90,-.

    Let op! In geval van een herkansing wordt altijd een volledig examen afgenomen; met andere woorden: een  praktijkexamen kan niet in delen worden herkanst.

    Examenprotocol studenten

    De theorie-examens worden afgenomen in aanwezigheid van een of meerdere surveillanten.

    Het examenprotocol is bindend. Dat wil zeggen dat wie zich daar niet aan houdt, zich moet melden bij het examenbureau. Vervolgens wordt contact opgenomen met de taakhouder Kwaliteitszorg (examinering), wat in het uiterste geval kan leiden tot nietigverklaring of uitsluiting van het examen.

    Het protocol

    • Je betreedt de examenruimte zonder tas, jas, pet, mobiele telefoon of mp3. Als je geen kluisje hebt, dan leg je al je spullen voor in het lokaal. Alleen datgene wat je nodig hebt om het examen te kunnen maken, heb je bij je (op tafel): een pen en je pasje.
    • Je neemt plaats achter de tafel die jou is toegewezen.
    • Je legt je Landstedepas of een geldig legitimatiebewijs (paspoort, identiteitsbewijs, rijbewijs) zichtbaar op de tafel.
    • Ben je niet in het bezit van een legitimatiebewijs, dan kun je niet deelnemen aan het examen.
    • Bij elke examenzitting legt de surveillant schriftelijk vast of je er bent.
    • Je neemt het examen in ontvangst van de surveillant en volgt eventuele instructies op met betrekking tot het gebruik van hulpmiddelen.
    • Je maakt het examen binnen de daarvoor beschikbare tijd zonder hardop te denken en/of te overleggen met anderen; het uitwisselen van hulpmiddelen is verboden.
    • Wanneer je klaar bent, lever je je werk en de examenopgaven in bij de surveillant, de surveillant geeft aan wanneer je mag vertrekken

    Algemene regels

    • Je respecteert ten allen tijde de dienstdoende surveillanten en volgt hun aanwijzingen

    zonder commentaar op.

    • Je gedraagt je zoals dat tijdens examens behoort en bezorgt niemand overlast.
    • Je levert een bijdrage aan een zorgvuldige procedure door stipt op tijd aanwezig te zijn en alles bij je te hebben wat je voor het examen nodig hebt.
    • Je hebt je voldoende voorbereid op het examen waardoor het niet nodig is dat je allerlei vragen stelt. Bedenk in dit verband dat surveillanten je inhoudelijk absoluut niet van dienst mogen zijn.

    Regels met betrekking tot begin en eind van het examen

    • Wie te laat is, heeft het recht om na aanvang van het examen nog te worden toegelaten, mits dit binnen de termijn is die de opleiding heeft vastgesteld.
    • Wie te laat is, krijgt daarover een aantekening in de presentielijst. Structurele telaatkomers kan de toegang worden geweigerd.
    • Wie te laat is, heeft geen recht op extra tijd.
    • Gedurende het eerste halfuur van een examen mag niemand het examenlokaal verlaten.
    • De in het examenrooster aangegeven begin- en eindtijd van een examen is bindend.
    • Verlenging van de examentijd is alleen toegestaan met toestemming van de LEC.

    Fraude, plagiaat en onregelmatigheden examen

    Als er fraude, plagiaat of een onregelmatigheid wordt geconstateerd bij een Engels, Nederlands of rekenexamen, maakt de student het examen af. De surveillant maakt intussen een aantekening op het proces-verbaal van het examen. De surveillant maakt een ‘protocol van onregelmatigheid’ op en stuurt dit naar de landschapsexamencommissie (LEC).

    De LEC neemt maatregelen, bijvoorbeeld ongeldigheidverklaring van de uitslag van het betreffende examen of uitsluiting van (verdere) deelname aan examinering. Voordat een dergelijke maatregel wordt opgelegd, wordt de student gehoord. De student kan zich daarbij laten bijstaan door een meerderjarige. Als de student minderjarig is, neemt de student een wettelijke vertegenwoordiger mee. Alle betrokken partijen worden van de maatregel schriftelijk in kennis gesteld.

    Bij onregelmatigheid moet je denken aan:

    • spieken
    • niet opvolgen van instructies van surveillanten;
    • het gebruik van niet-toegestane hulpmiddelen;
    • telefoon opnemen of bekijken tijdens het examen;
    • het meenemen van het kladpapier uit de examenruimte

    Verder beoordeelt de examencommissie of gedragingen, handelingen en dergelijke als onregelmatigheid gelden.

    Als bij een praktijkexamen fraude, plagiaat of een onregelmatigheid wordt geconstateerd, meldt de coach dit bij de LEC. De procedure verloopt op dezelfde wijze als hierboven.

    Bezwaar maken

    Als je het niet eens bent met een uitslag, een genomen maatregel of beslissing kun je binnen 10 werkdagen nadat je hiervan op de hoogte bent gesteld een schriftelijk bezwaarschrift indienen bij de Landschaps Examencommissie (LEC). Als je het vervolgens niet eens bent met de beslissing van de LEC, kun je binnen 3 dagen na deze beslissing in beroep gaan bij de Commissie van Beroep van Landstede. Het examenbureau fungeert als postadres voor deze bezwaarschriften.