Landstede - Opleidingen

Agro productie, handel en technologie (23221) BOL 2018-2019

  1. Voorwoord Landschap

    Welkom bij Landstede, bij het landschap Groen & Dier. In deze landschapsgids krijg je meer informatie over het landschap Groen & Dier. Het is belangrijk dat je deze landschapsgids samen met de studiegids en opleidingsgids goed doorleest. Ook voor jouw ouders/verzorgers zijn deze gidsen interessant. Laat ze lezen, dan weten ze waar jij voor gaat. We hopen dat je een leerzame, maar vooral ook leuke tijd bij Groen & Dier tegemoet gaat en de opleiding 'met diploma' gaat verlaten. Daarvoor moet er natuurlijk het één en ander gebeuren. Wij staan met medewerkers en directie klaar om jou hierbij te helpen.

    Mocht je naar aanleiding van de landschapsgids, studiegids of opleidingsgids nog vragen hebben dan kun je altijd bij je coach terecht.

    Wij wensen je - mede namens alle collega's van Groen & Dier, veel succes bij je opleiding op Landstede!

    Namens het landschap Groen & Dier

  2. Het Landschap

    Wij leiden studenten op in de wereld van ‘groen en dier’. Je wilt iets met de productie van landbouwproducten of machines, iets met gezelschapsdieren of juist iets met paarden of productiedieren.  

    In het landschap Groen en Dier vind je de volgende studierichtingen:

    • Agro productie, handel en technologie
    • Dierverzorging
    • Paardensport- en houderij
    • Voertuigen en mobiele werktuigen

    Als je kiest voor een opleiding binnen het landschap Groen en Dier kun je het volgende verwachten:

    • je leert in een gemoedelijk landschap;
    • je volgt de algemene lessen met medestudenten uit verschillende vakrichtingen op je eigen niveau;
    • je volgt opleidingsgerichte lessen met je sectorgenoten;
    • je krijgt les van vakbekwame docenten uit de praktijk;
    • tijdens je studie ontmoet je veel gastdocenten die presentaties houden over hun vakgebied;
    • onze opleidingen zijn breed georiënteerd in de groene sector;
    • in het tweede leerjaar heb je de mogelijkheid om in het buitenland praktijkervaring op te doen.

    Samenwerking met bedrijfsleven

    Binnen het landschap staat het leren in, aan en van de praktijk centraal. Je leert bijvoorbeeld bij:

    • ivoor, Raalte;
    • manege Zwolle
    • verschillende kinder- en speelboerderijen;
    • verschillende landbouwmechanisatiebedrijven;
    • verschillende agrarische loonbedrijven;
    • de school als leerbedrijf, samen met het bedrijfsleven is er 16 hectare grond in eigen beheer zodat studenten zoveel mogelijk loonwerkzaamheden zelfstandig kunnen uitvoeren en plannen;
    • melkvee, - varkens, en pluimveebedrijven in de regio Salland;
    • verschillende dierenklinieken in de regio Salland.
  3. Leren in het Landschap

    Groen & Dier is een gemoedelijk landschap. Docenten kennen vrijwel alle studenten en als student is het makkelijk om docenten te benaderen. De docenten benaderen de studenten zoveel mogelijk als (jong)volwassenen. Het bedrijfsleven vraagt van jou als student ook een volwassen houding. Dat betekent dat we van studenten verwachten dat zij:

    • op tijd zijn voor lessen, zowel lessen binnen als buiten school;
    • zich tijdens excursies en gastlessen netjes gedragen en hygiënisch te werk gaan;
    • afspraken met de huisarts, tandarts, rijlessen, etc. zoveel mogelijk buiten lestijden plannen.

    Opbouw van de opleiding

    De opleiding bestaat uit een basisdeel, één of meerdere profieldelen en keuzedelen. Het basisdeel bevat de generieke onderdelen Nederlandse taal, rekenen, loopbaan en burgerschap en Engels (uitsluitend voor niveau 4). Verder bevat het gemeenschappelijke onderwerpen die gelden voor nauw aan elkaar verwante opleidingen. In het profieldeel komen specifieke onderdelen aan bod voor de gekozen studierichting. Keuzedelen zijn gericht op het werken, doorstuderen of verdiepend/verbredend in het vakgebied. Enkele voorbeelden van keuzedelen zijn Ondernemerschap, Doorstroom groen HBO, Duits, of vakspecifieke keuzedelen gericht op het vakbied, bijvoorbeeld Fokkerij & Voortplanting, Precisielandbouw, Automatisch melken en medewerker Paardenkliniek.

    Lesplanning

    Je krijgt aan het begin van het schooljaar een lesrooster. Op het lesrooster kan je zien dat je verschillende ‘vakken’ hebt, namelijk:

    • Nederlands, Engels en rekenen
    • Uitstroomvakken met LWP's die specifiek voor jouw opleiding van toepassingen zijn
    • Overstijgend uitstroom met LWP's die algemen basiskennis en -vaardigheden trainen zoals biologie, natuurkunde en scheikunde
    • Coaching en Landstede Leren en Burgerschap
    • Economie

    Naast het lesrooster ontvang je een jaarrooster. Op het jaarrooster staat aangegeven welke LWP's je in dat opleidingsjaar kunt volgen. Dit kun je ook in e-TO zien. Je kunt ook het jaarrooster van de andere leerjaren ontvangen. Je krijgt dan een beeld van je totale opleiding. Let op! Het kan zijn dat het jaarrooster van de andere leerjaren voor jou wijzigt. Dit komt omdat we in overleg met het beroepenveld continue bezig zijn met het verbeteren van onze opleidingen. In het jaarrooster kun je ook vinden wanneer lesdagen uitvallen door scholing van onze docenten. Wanneer een docent ziek is, heb je bijna nooit lesuitval. De lessen worden dan door collega's overgenomen of je kan in zelfstudie aan het werk in de kantine of op het lesplein. Tenslotte staan de BPV-dagen ook in het jaarrooster. Je weet van tevoren dus precies wanneer je BPV hebt. Meer informatie over de BPV staat vermeld in de opleidingsgids. Tijdens je opleiding worden er landschaps- of sportdagen en excursies georganiseerd. De deelname aan deze dagen is verplicht; zij vormen een onderdeel van het opleidingsprogramma en staan in het voor zover al bekend in het jaarprogramma. Tijdens de gastlessen en excursies verwachten we een gepaste ‘beroepshouding’ van jou.

    Startperiode

    De eerste periode tot de herfstvakantie volg je het startprogramma. Dit programma ziet er wat anders uit dan de rest van de opleiding. We starten met een introductieweek om uitgebreid kennis te maken met elkaar en de opleiding. Het is de bedoeling dat je in deze eerste acht tot tien weken vervolgens zicht krijgt op het beroepenveld waar je voor leert: wat doet een medeweker of manager eigenlijk voor werk? We noemen dat het beroepsbeeld. Het is vervolgens belangrijk dat je weet wat je hier op de opleiding allemaal leert om een goede medeweker/ manager te worden. Hoe ziet de opleiding eruit? Dat is het opleidingsbeeld. Tenslotte ga je voor jezelf na: Is dit wat ik wil? Is dit het beroep en de opleiding die bij mij past? Is het haalbaar voor mij? Dat is je zelfbeeld. In de startperiode van de opleiding krijg je workshops, gastlessen en activiteiten die erop gericht zijn een zo duidelijk mogelijk zicht op deze drie beelden te krijgen, zodat je een bewuste keuze maakt voor de opleiding en daarmee voor het beroep. In de eerste weken volg je introductieprogramma uit. Deze LWP sluit je af met een ouderavond, waarin je presenteert wat je geleerd hebt tijdens deze LWP. Op deze ouderavond krijgen je ouder(s) / verzorger(s) ook informatie over de school en kunnen ze kennismaken met de docenten. Ook ga je tijdens deze weken een eerste BPV-periode naar het bedrijfsleven. Naast de specifieke aandacht voor uitleg van de opleiding en examinering, begint ook het reguliere lesprogramma al. Op die manier proberen we je optimaal te laten zien voor welke opleiding je hebt gekozen. Aan het eind van de startperiode kun je nog wisselen van opleiding, als blijkt dat je niet de juiste keuze hebt gemaakt. Je coach begeleidt jou in dit traject.

    BPV

    School en BPV lopen naast elkaar door de jaren heen. De kennis en vaardigheden, die je op school leert, pas je toe tijdens je stage in de beroepspraktijk. Een deel van de week ben je op school, het andere deel van de week ben je op BPV. Ook zijn er blokken met BPV, waar je meerdere weken achterelkaar op BPV gaat. Als je op blokstage gaat kom je terug voor de terugkomdagen. Tijdens deze terugkomdag ga je na hoe je de kennis en vaardigheden hebt toegepast en deel je je ervaring met klasgenoten. Wat ging goed, wat zijn verbeterpunten? Daar wordt aandacht aan besteed, zodat het de volgende keer weer wat beter gaat. Van je BPV-coördinator of je coach ontvang je de BPV-kalender. Op de BPV-kalender kan je zien op welke dagen je BPV loopt. (Je kan dit natuurlijk ook op de jaarkalender terug zien.)

    Hieronder een overzicht met alle opleidingen binnen het landschap.

    Jij en de examencommissie ...

    Per landschap of groep van landschappen is er een examencommissie die beslist over vrijstellingen, herkansingen, over je diplomering enz.. Als je een vraag, een klacht of een verzoek hebt over examinering dan kun je het best eerst advies vragen aan je coach. Als het iets is voor de examencommissie dan ga je naar het examenbureau en vertel je je vraag, klacht of verzoek. De medewerker van het examenbureau zal je verzoek in e-TO indienen bij de examencommissie. Je krijgt via een bericht in e-TO antwoord of een beslissing.

    Voor jouw landschap bestaat de examencommissie uit:

    • Cor de Jong
    • Nina Sleeuw
    • Hendrik Jan Bonte
    • Thea van Tolij
  4. De opleiding

    Tijdens de opleiding binnen het Agro Cluster draait het om jou en je talenten. Je krijgt een brede basis aangeboden, je leert veel over de agrarische bedrijven en de dienstverlenende bedrijven die verbonden zijn aan de Agro sector. Je bent veelal samen met je klasgenoten bezig met de opleiding. Dat zal vaak binnen het schoolgebouw zijn, in lokalen of praktijkruimtes, maar je kunt ook aan het leren zijn op praktijkplekken buiten de school. 

  5. Leren in het Landschap

    Het landschap Groen & Dier kenmerkt zich door de gemoedelijkheid, opleidingsgerichte lessen met je sectorgenoten, vakbekwame docenten, breed georiënteerd in de groene sector zowel nationaal als internationaal.

    De beroepsopleidingen die worden aangeboden binnen het landschap zijn verbonden aan de groene sector, het zijn zowel beroepen die zich richten op de productie van voedsel en groen, maar ook dienstverlenende beroepen gerelateerd aan de groene sector. 

    Zowel op school als tijdens de Beroeps Praktijk Vorming (BPV) wordt je voorbereid op het werken in de sector. Door middel van "keuzedelen" kun je zelf een deel van je opleiding (15% van de opleidingstijd) invullen met studieonderdelen die verdiepend of verbredend zijn, gericht op werken of doorstuderen. Sommige keuzedelen maken het mogelijk om kennis er ervaring op te doen binnen andere "Landschappen". Afhankelijk van het keuzedeel kan het zijn dat je (deels) onderwijs volgt op een andere locatie. 

  6. Opbouw van de opleiding

    Basisdeel:                                                                                                                                                                                    Als beginnend beroepsbeoefenaar binnen het Agro Cluster ben je betrokken bij de productie van
    plantaardige, dierlijke of biobased producten en de afzet ervan, de handel erin of een combinatie ervan. Ook kunnen zij werkzaam zijn in bedrijven voor teelt of verwerking en productie van biobased materialen en/of - brandstoffen en/of biobased energie. Het gaat binnen het Agro Cluster om beroepen in de veehouderij en het agrarisch loonwerk. Daarnaast gaat het hier ook om nieuwe en veranderende beroepen die ontstaan onder invloed van biobased economy of green engineering, de verwaarding van producten, deelproducten en restproducten. Ook beroepen die ontstaan door vernieuwing van teelten/producten, technieken en bedrijfsvoering in de sector vallen eronder.

    Profieldeel: 

    Medewerker agrarisch loonwerk (niveau 2): De beginnend medewerker agrarisch loonwerk is in dienst van een loonbedrijf en hij verricht loonwerk bij bedrijven in de primaire productie zoals akkerbouw-, tuinbouw, en veehouderijbedrijven. Op het terrein van de opdrachtgever levert de beginnend medewerker agrarisch loonwerk een bijdrage aan de productie en/of transport van producten/mest en/of beheer van gronden voor natuurontwikkeling. De beginnend medewerker agrarisch loonwerk werkt meestal in de buitenlucht op diverse locaties, met wisselende producten en met een diversiteit aan (grote) machines. De beginnend medewerker agrarisch loonwerk toont in zijn werk respect voor de bodem en het gewas. Hij is het visitekaartje van het loonbedrijf. 

    Vakbekwaam medewerker agrarisch loonwerk (niveau 3)De beginnend vakbekwaam medewerker agrarisch loonwerk is in dienst van een loonbedrijf en verricht loonwerk bij bedrijven in de primaire productie zoals akkerbouw, tuinbouw en veehouderij bedrijven. Op het terrein van de opdrachtgever levert hij een bijdrage aan de productie en/of transport van producten/mesten/of beheer van gronden voor natuurontwikkeling. De beginnend vakbekwaam medewerker agrarisch loonwerk werkt meestal in de buitenlucht op diverse locaties, met wisselende producten en met een diversiteit aan (grote) machines. De beginnend vakbekwaam medewerker agrarisch loonwerk toont in zijn werk respect voor de bodem en het gewas. Hij is het visitekaartje van het loonbedrijf.

    Vakexpert agrarisch loonwerk (niveau 4)De beginnend vakexpert agrarisch loonwerk is in dienst van een loonbedrijf en hij verricht loonwerk bij bedrijven in de primaire productie zoals akkerbouw-, tuinbouw- en veehouderijbedrijven. De beginnend vakexpert agrarisch loonwerk doet zowel bureauwerk als uitvoerend werk. Op het terrein van de opdrachtgever levert hij een bijdrage in de primaire productie, het verwerken en/of transporteren van (rest)stromen, het natuurbeheer van gronden en/of het opwekken van schone energie voor het bedrijf. De beginnend vakexpert agrarisch loonwerk werkt op diverse locaties, met wisselende opdrachten en producten en met een diversiteit aan machines. De beginnend vakexpert agrarisch loonwerk toont in zijn werk respect voor het product, de bodem en het gewas. Hij is het visitekaartje van het loonbedrijf.

    Medewerker veehouderij (niveau 2): De beginnend medewerker veehouderij werkt op een productiebedrijf waar dieren gehouden worden voor melk, vlees, opfok, eieren of pels of een combinatie ervan. Hij werkt o.a. in stallen en in de buitenlucht. Gezien de maatschappelijke betrokkenheid bij de productie van dierlijke producten, is aandacht voor dierenwelzijn, duurzaamheid en diervriendelijke productiemethoden belangrijk.

    Vakbekwaam medewerker veehouderij (niveau 3): De beginnend vakbekwaam medewerker veehouderij werkt op een productiebedrijf waar dieren gehouden worden voor melk, vlees, opfok, eieren of pels. Ook de zorgboerderij behoort tot zijn werkgebied. Hij werkt o.a in stallen en in de buitenlucht. Indien hij in een team werkt heeft hij een leidende en sturende rol en heeft hij een voorbeeldfunctie voor zijn collega's/teamleden. Gezien de maatschappelijke betrokkenheid bij de productie van dierlijke producten, is aandacht voor dierenwelzijn, duurzaamheid en diervriendelijke productiemethoden belangrijk.

    Vakexpert veehouderij (niveau 4): De beginnend vakexpert veehouderij werkt op een productiebedrijf waar dieren gehouden worden voor melk, vlees, opfok, eieren of pels of een combinatie ervan. Ook de zorgboerderij behoort tot zijn werkgebied. Hij werkt zelf mee, maar heeft ook een aansturende en coördinerende rol als hij met een team werkt. Hij werkt o.a op kantoor, in stallen en in de buitenlucht. De beginnend vakexpert veehouderij heeft voortdurend aandacht voor het optimaliseren van het proces waarbij dierenwelzijn en diervriendelijke productiemethoden uitgangspunt zijn. Daarnaast heeft hij ook voortdurend aandacht voor vernieuwing en verandering in de keten, de maatschappij om hem heen en de kansen en mogelijkheden die dit biedt voor het bedrijf.

    Keuzedelen: Aan elk profiel zijn een aantal keuzedelen verbonden. Uit het aanbod van keuzedelen kies je ten minste één keuzedeel. Het keuzedeel vergroot de arbeidsmarktkansen van jou en vergemakkelijkt de doorstroom naar een vervolgstudie. Het vormt als het ware een ‘plus’ op het diploma.

  7. LWP ’s en TWIXX in de opleiding

    Tijdens je opleiding worden er LWP's en TWIXXen aangeboden. Enkele specifieke onderdelen die aanbod komen zijn:

    • bodem en bemesting
    • teelt van voedergewassen
    • van offerte tot nacalculatie
    • kwaliteit en ondernemerschap
    • voedingsleer
    • veilig werken in de agrarische sector

  8. Coaching

    Rol van de coach: De coach ondersteunt, samen met je coach wordt het individueel leerplan samengesteld. De coach voert reflectiegesprekken en het leermetergesprek hier wordt de voorgang en ontwikkeling besproken. Indien mogelijk houd je dezelfde coach, die je de hele opleiding begeleidt. De coach is altijd je eerste aanspreekpersoon voor (hulp)vragen en opmerkingen.

  9. Praktijkleren - BPV

    Praktijkleren: Tijdens de opleiding leer je in, aan en van de praktijk. Voor de opleidingen in het Agro Cluster ga je bedrijven bezoeken in de omgeving. Hier werk je aan kennis en vaardigheden. Een aantal voorbeelden van praktijkleren, bezoek van diverse veehouderijbedrijven voor het huisvestingsproject, gezondheidsscore, fokkerij, voederwinning, varkensbedrijven kennismaken met de varkenshouderij, huisvesting, gezondheid. Loonbedrijven voor kennis en vaardigheid bemesting, bodem, voedergewassen, grondbewerking, GPS. De school heeft daarnaast nog 16 hectare grond in eigen beheer zodat er zoveel mogelijk loonwerkzaamheden zelfstandig kunnen worden uitgevoerd. 

    BPV: Melkvee, varkens, pluimvee, geiten en loonbedrijven zijn de bedrijven waar de beroeps praktijk vorming uitgevoerd wordt.   

    Andere vormen: Praktijkleren kan ook in de vorm van excursies naar zowel binnen als buitenland. Voorbeelden hiervan zijn het bezoeken van een oogstmachine fabriek in Duitsland, machine fabrikanten en metaalbewerkingsbedrijven in de omgeving Raalte, loon- en veehouderijbedrijven met innovaties.

    Internationalisering: praktijkervaring opdoen in het buitenland is een ervaring voor het leven. Of het nu gaat om een buitenlandse excursie, een internationaal project of om praktijkleren in het buitenland. Je doet internationale werkervaring op, je werkt aan je talen en leert andere culturen kennen. Kies je voor een internationale BPV dan kun je zelf een adres aandragen of kiezen uit het internationale netwerk van de school.

  10. Specifieke voorzieningen en of vereisten

    Houding en gedrag: Je neemt de hygiëne en veiligheidsregels  van het bedrijf waar je te gast bent in acht. Tijdens de lessen, bedrijfsbezoeken en BPV draag je gepaste kleding, te denken valt aan overal werkschoenen en/ of laarzen. 

    Financien: Ieder jaar worden de opleidingskosten vastgesteld. Door prijsfluctuaties en veranderingen in het opleidingsprogramma kunnen de bedragen en onderdelen per jaar variëren. Derhalve is het overzicht van toepassing op het genoemde schooljaar en indicatief voor de komende jaren dat de student de opleiding zal volgen.

    Kosten voor excursies worden gedurende de opleiding in rekening gebracht, de kosten zijn afhankelijk van het aantal excursies en de lengte en inhoud van de excursie. 

  11. Examinering

    Basis voor onderwijs en de examinering zijn de kwalificatiedossier-eisen. Aan het einde van je opleiding toetsen we of jij de kerntaken beheerst en dus recht hebt op een diploma. Dit gebeurt bijvoorbeeld door één of meerdere proeven van bekwaamheid (PvB), vaardigheidsexamens en/of kennisexamens . Daarnaast zijn er examens voor Landstede Loopbaan en Burgerschap (LLB), Nederlands, Rekenen en eventueel een moderne vreemde taal (Engels). Tevens wordt ieder gekozen keuzedeel met een examen afgerond. 

    Examens die officieel meetellen voor het behalen van je diploma noemen we summatief. Daarnaast zul je tijdens de opleiding toetsen moeten maken die belangrijk zijn om te kijken of je bepaalde stof of vaardigheden beheerst. Deze noemen we formatief.

    In het examenplan van jouw opleiding (te bekijken in 'e-to') vind je het overzicht van de summatieve examens die je moet behalen om een diploma te krijgen.

    De vertegenwoordiger van het kenniscentrum en/of LEC komt steekproefsgewijs de PvB controleren. De kwaliteit van de PvB en van het proces wordt hiermee bewaakt.
  12. Agro productie, handel en technologie (Medewerker agrarisch loonwerk)
    Agro productie, handel en technologie (Vakbekwaam medewerker agrarisch loonwerk)
    Agro productie, handel en technologie (Vakexpert agrarisch loonwerk)
    Agro productie, handel en technologie (Medewerker veehouderij)
    Agro productie, handel en technologie (Vakbekwaam medewerker veehouderij)
    Agro productie, handel en technologie (Vakexpert veehouderij)
    Agro productie, handel en technologie (Vakexpert veehouderij)
    Agro productie, handel en technologie (Vakbekwaam medewerker veehouderij)
    Agro productie, handel en technologie (Medewerker agrarisch loonwerk)
    Agro productie, handel en technologie (Vakexpert agrarisch loonwerk)
    Agro productie, handel en technologie (Vakbekwaam medewerker agrarisch loonwerk)