Landstede - Opleidingen

Sociaal werk (23185) BOL 2018-2019

  1. Voorwoord Landschap

    Welkom bij het landschap Gezond en Wel. In de opleidingsgids vind je informatie over jouw opleiding, examinering en allerlei locatie-specifieke zaken. Het is belangrijk dat je de opleidingsgids goed doorleest. Al deze informatie heb je nodig tijdens je opleiding. Ook voor je ouders/verzorgenden/naasten kan deze informatie interessant zijn. Laat ze het lezen, dan weten ze waar jij voor gaat.

    We hopen dat je een leerzame, maar vooral ook een leuke tijd tegemoet gaat bij Gezond en Wel en dat je de opleiding met veel ervaring en een diploma gaat verlaten. Daarvoor moet er natuurlijk nog het een en ander gebeuren en wij staan met alle docenten,instructeurs, conciërges, administratieve medewerkers klaar om jou te begeleiden tijdens je leerproces. Wij wensen je veel succes!

  2. Het Landschap

    Jij en Gezond & Wel…

    Als je kiest voor een opleiding in het Landschap Gezond & Wel kom je in aanraking met mensen met verschillende culturele, sociale en religieuze achtergronden, van jong tot oud.

    Voor al die mensen in verschillende levensfases is zorg en ondersteuning nodig.Sommige kinderen worden met een handicap geboren of zijn ernstig ziek. Jongeren en volwassenen kunnen door ziekte, verslaving of een ongeval ook beperkingen hebben. Naarmate mensen ouder worden, is het mogelijk dat mensen ziek worden of niet alles zelf meer kunnen. Binnen de maatschappelijke opleidingen heb je vooral te maken met mensen met (sociale)problemen of schulden. Voor al die mensen zijn er voorzieningen waarin jij als sociaal werker/zorgverlener aan het werk kunt bijvoorbeeld in een wijkteam, buurthuis, kraamzorginstelling, kinderdagverblijf, de buitenschoolse opvang, dagopvang, een verzorgingshuis, verpleeghuis, ziekenhuis, psychiatrisch ziekenhuis, welzijnsorganisatie, instelling voor mensen met een verstandelijke beperking, woongroep, de thuiszorg, of een asielzoekerscentrum, P.I inrichting,gemeente, vluchtelingen werk, woningstichting, Leger des Heils,etc.

    Met jouw diploma kun jij aan de slag als: roomsercice medewerker, dienstverlener, sociaal werker, assistent begeleider gehandicaptenzorg, (militair) verzorgende, (militair) verpleegkundige, woonbegeleider, groepsleider, ouderenwerker / ouderenadviseur, activiteitenbegeleider of zorgcoördinator, afhankelijk welke opleiding je hebt gevolgd.

    Talentvol ontwikkelen

    Zo kennen we een eigentijdse manier van gepersonaliseerd leren. Dit noemen we Talentvol ontwikkelen. Samen met jou bekijken we je leertempo, je manier van leren en wat je leert. Dat stemmen we, waar mogelijk af op jouw wensen en mogelijkheden, eigenlijk op jouw talenten. Dus ook: langer of korter studeren. Hierover maak je samen met je coach afspraken. Je werkt zowel in groepen alsook individueel. De ene keer volg je een workshop, de andere keer volg je een instructie. Tijdens je opleiding krijg je te maken met keuzedelen, dat zijn 'modules' met thema`s die actueel zijn in de branche waarin jij gaat leren en ervaren. In het kader van een een leven lang ontwikkelen kan je certificaten behalen als je na je opleiding nog meer keuzedelen op thema`s gaat volgen. Op die manier kan jij je kennis en vaardigheden uitbreiden en verrijken.


    VEVA ZORG:

    Bij de opleiding VEVA Zorg volg je, naast de reguliere zorgopleiding ook het keuzedeel "Veiligheid en Vakmanschap" waarvoor je, naast een zorgdiploma, een certificaat ontvangt. Deze opleiding is een samenwerking tussen Defensie en Landstede en wordt gegeven in Harderwijk bij het Landschap Veilig en Beschermd.

    Met een opleiding in het Landschap Gezond & Wel draag jij bij aan het welzijn en de gezondheid van jong tot oud!

  3. Leren in het Landschap

    Voor ondernemende, zorgzame, sociale mensen met een goed observatievermogen.

    Vind je het leuk om met mensen te werken, jong, oud, gezond of met lichamelijke en/of geestelijke problemen? In het Landschap Gezond & Wel leer je om te gaan met al deze verschillende doelgroepen. Je begeleidt, stimuleert -en ondersteunt hen individueel of in groepen bij een instelling, in de wijk of bij de clienten thuis.

    Jij en jouw talent…

    Talent moet ontdekt kunnen worden en de ruimte krijgen om te groeien.

    Het betekent dat je eerst op zoek gaat naar wat jouw eigen talenten zijn en welke leervragen je hebt.

    Wie ben jij, waar ben jij goed in, kan en wil jij daar iets mee en zo ja: hoe en op welke manier.

    In je portfolio verzamel je wat jij kan en wat jij wilt bereiken.

    Het volgen van deze opleiding helpt je bij het ontwikkelen van je talent.

    Jij en de praktijk…

    In het Landschap Gezond & Wel ga jij je oriënteren op het beroep en de daarbij behorende werkvelden, je verbreden of verdiepen en op verschillende niveaus leren.

    Het Landschap bied je ook volop de gelegenheid je talent in de praktijk te ontwikkelen bijvoorbeeld in het skillslab,projectteams of op leerafdelingen.Tijdens de praktijkstages leer je, ontwikkel je ideeën, doe je ervaring op en kom je tot leervragen zodat je weet wat je wilt en zo tot het beroep komt die bij je past. Deze stages en ervaringen doe je binnen verschillende voorzieningen, misschien in de plaats waar je woont, je directe omgeving of juist een andere plaats in Nederland. Aan het eind van je opleiding leg je examens af in de praktijk en/of op school.

  4. De opleiding

    Onderdeel van Onderwijs en Examen Reglement Sociaal Werk

    Welkom bij de opleiding Sociaal Werk Landstede met de profielen Sociaal-maatschappelijk dienstverlener en Sociaal-cultureel werker. Wij hopen dat je een leerzame en een leuke tijd tegemoet gaat.

    Wij wensen je veel succes met je leerroute richting je diploma bij Landstede.

    Namens het opleidingsteam,
    Sociaal Werk

  5. Leren in het Landschap

    Gezond en wel

    Leren in een landschap is de Landstede manier om te leren, dat wil zeggen dat we een veelzijdige en inspirerende leeromgeving willen bieden. Vind je het leuk om met mensen te werken, jong, oud, gezond of met lichamelijke en/of psychische problemen? In jouw interessegebied  Landschap Gezond & Wel leer je om te gaan met al deze verschillende doelgroepen.

    Kwaliteiten van de sociaal werker

    Je werkt met en voor mensen. Het is ontzettend belangrijk dat je goed kunt communiceren en sterk bent in het leggen en onderhouden van contacten. Je bent een positief en ondernemend type en hebt een open houding. Je staat stevig in je schoenen, kunt goed luisteren, hebt veel inlevingsvermogen, voelt je betrokken en weet van aanpakken. Ook voor ingewikkelde problemen weet je concrete oplossingen te verzinnen en je weet daarvoor anderen te enthousiasmeren. Respect, integriteit, verantwoordelijkheid en assertiviteit zijn woorden die op jou van toepassing zijn. Verder is het belangrijk dat je goed kunt samenwerken en organiseren.

    Basisdeel - beroepsgericht

    Binnen het basisgedeelte van de opleiding werken we aan de volgende kerntaken en werkprocessen:

    Kerntaak 1 Werken aan de aanpak van sociale problematiek
    Werkproces:
      1. Inventariseert de vraag naar sociaal werk
      2. Maakt een plan van aanpak
      3. Versterkt de eigen kracht van de doelgroep
      4. Behartigt belangen
      5. Bevordert samenwerking en versterkt netwerken
      6. Voert beleidsondersteunende taken uit
      7. Verricht administratieve werkzaamheden
      8. Evalueert de dienstverlening

    ​​Kerntaak 2 Werken aan kwaliteit en deskundigheid
    Werkproces:
      1. Werkt aan de eigen deskundigheid
      2. Werkt aan het bewaken en bevorderen van kwaliteitszorg

    Profielen van de  sociaal werker

    De twee profielen waaruit je kunt kiezen bij Sociaal werk zijn: Sociaal-maatschappelijk dienstverlener en Sociaal-cultureel werker.

    Profiel Sociaal-maatschappelijk dienstverlener

    Als sociaal maatschappelijk dienstverlener zorg jij dat mensen niet buiten de maatschappij komen te staan. Dat doe je door advies te geven over regelingen en procedures en ze in contact te brengen met de juiste hulpverleners. Jij luistert en analyseert de problemen van je doelgroep en helpt hen bij het zoeken van een oplossing. De vragen kunnen gaan over bijvoorbeeld uitkeringen, gezinsproblemen, geld en noem maar op. Vaak heel gevoelige onderwerpen, maar jij weet een goede vertrouwensband op te bouwen met je doelgroep. Kun je het probleem niet zelf oplossen? Dan verwijs je door naar andere instanties. Het hebben van een netwerk is dan onmisbaar: jij bent een kei in het leggen en communicatie.

    Kerntaak 1 Ondersteunen van (individuele) cliënten bij sociaal maatschappelijke vragen/problemen
    Werkproces:
      1. Ondersteunt de cliënt bij praktische diensten
      2. Ondersteunt de cliënt bij juridische en financiële vragen
      3. Verricht informatie-, advies- en voorlichtingswerkzaamheden ten behoeve van de cliënt(en)

    Profiel Sociaal-cultureel werker

    Veel mensen in onze maatschappij hebben ondersteuning nodig. Als sociaal cultureel werker help je mensen hun weg te vinden in de samenleving en hun kansen en talenten te benutten. Dat doe je met projecten en activiteiten op het gebied van kunst, cultuur, recreatie, sport en educatie en burgerschap. Je weet mensen te activeren, enthousiasmeren en samen te brengen. In deze opleiding ligt de nadruk op het woordje ‘sociaal’: je leert alles over menselijke relaties en tegen welke problemen ze kunnen aanlopen als het gaat om geld, vrijetijdsbesteding, opleiding, relaties, recht, zingeving, wonen, werk en gezondheid.

    Kerntaak 1 Ondersteunen van doelgroepen bij maatschappelijke participatie
    Werkproces:
      1. Bereidt projecten en activiteiten voor
      2. Ondersteunt de doelgroep(en) bij activiteiten
      3. Voert coördinerende taken uit

    Typerende beroepshouding

    Sociaal werk is een onderdeel van de sociaal-agogische sector. Werken in de sociaal-agogische sector betekent direct werken met mensen. Hierbij speelt de beroepskracht als persoon een belangrijke rol. Je kwaliteiten zijn van belang bij het aangaan van een professionele relatie om gewenste resultaten te bereiken. Voor een verantwoorde beroepsuitoefening moet je de volgende professionele houding hebben:

    • Betrokken
    • Empathisch
    • Assertief
    • Representatief
    • Integer
    • Verantwoordelijk

    Daarnaast werk je resultaatgericht, efficiënt, methodisch, hygiënisch, veilig, kostenbewust, milieubewust en ergonomisch verantwoord.

    Toekomstperspectief 

    In de functie als Sociaal werker richt jij je op de deelname van de burger aan de samenleving en zijn of haar functioneren in de maatschappij.  Je kunt aan de slag in de maatschappelijke opvang, als welzijnswerker of zelfstandig ondernemer, in een buurthuis, zorgboerderij, als educatief medewerker, als jongerenwerker of seniorenwerker, wijkwerker of opbouwwerker of in een buurthuis. Ook bij bewindvoerders, een woningbouwvereniging, de gemeente en vluchtelingenwerk kun je aan de slag. Je werkt met allerlei groepen mensen, van alle leeftijden en met verschillende culturele achtergronden: jongeren, volwassenen, tieners en asielzoekers. Ook werk je samen met vertegenwoordigers van culturele en maatschappelijke organisaties.

    De sociaal werker is werkzaam in vele, diverse organisaties, waarin mensen/burgers ondersteuning nodig hebben om deel uit te maken van de maatschappij. De sociaal werker werkt daarvoor vaak in of vanuit wijkaccommodaties. Sociaal werkers zijn ook werkzaam in (overige) welzijnsorganisaties, gemeentes, woonorganisaties, de maatschappelijke opvang, de buitenschoolse opvang, in de recreatie, sport en spel, kunst, cultuur en amusement (waar onder culturele en kunstzinnige festivals), educatie en burgerschapsvorming.

    Aan het werk
    • Je werkt aan de aanpak van sociale problematiek.
    • Je werkt aan kwaliteit en deskundigheid.
    • Je ondersteunt doelgroepen bij maatschappelijke participatie.
    • Je ondersteunt (individuele) cliënten bij sociaal maatschappelijke vragen/problemen

    Vervolgopleiding
    Je kunt doorstromen naar een Associate Degree traject of verschillende hbo-opleidingen, zoals:

    • Pedagogiek
    • Social Work HBO
    • Cultureel Maatschappelijke Vorming (CMV)
    • Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH)
    • Sociaal Juridische Dienstverlening (SJD)
    • Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (MWD)

    Keuzedelen

    Naast de studiebelastingsuren om aan je kwalificatie-eisen te voldoen, volg je ook 720 studiebelastingsuren (SBU’s) aan keuzedelen. Deze zijn verbredend of verdiepend en dragen bij aan een betere in- of doorstroom naar een vervolgopleiding. Het keuzedeel vormt een verplicht onderdeel van het onderwijs en de examinering. Informatie hierover krijg je van je coach.

    Nederlands , Engels en rekenen

    Volgens de Referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen is voor het behalen van de opleiding het beheersen van niveau 3F vereist. Engels is een verplicht examenonderdeel. Voor de vaardigheden Engels lezen en luisteren geldt het Europees Referentiekader (ERK)-niveau B1. Voor schrijven, spreken en gesprekken voeren geldt het ERK-niveau A2.

    Aan het begin van de opleiding wordt je beginniveau Nederlands, Engels en rekenen vastgesteld, dat gebeurt door middel van een niveaubepalingstoetsen. Elke week staat er een TWIXX Nederlands, rekenen en/of Engels op het programma. Nederlands, Engels en rekenen worden door middel van examens afgerond. Je voortgang wordt bijgehouden in de leermeter.

    Landstede, Loopbaan en Burgerschap

    Binnen LLB (Landstede, Loopbaan en Burgerschap) toon je aan hoe je in de maatschappij staat en je hierin tijdens de opleiding ontwikkelt. Deze ontwikkeling laat je zien door bewijzen toe te voegen aan jouw LLB-portfolio. Ook schrijf je aan het begin van de opleiding een startverslag (0-meting) en aan het van de opleiding een mijlpaalverslag (een reflectie op jouw ontwikkeling op het gebied van loopbaan en burgerschap). Dit onderdeel van de opleiding bestaat uit kerntaken, te weten:

    • Leren en Loopbaan
    • Sociaal-maatschappelijke betrokkenheid; bestaande uit:
      • De politiek-juridische dimensie
      • De economische dimensie
      • De sociaal maatschappelijke dimensie
    • De dimensie Vitaal Burgerschap
    • Zingeving, Ethiek en Dialoog

  6. Opbouw van de opleiding

    Sociaal Werk – de opleiding in vogelvlucht

    Wil jij mensen laten ontdekken hoe ze kunnen meedoen in de samenleving? Kwetsbare mensen leren op eigen benen te staan? Dat doe je als sociaal werker. Hoe en wat je doet, hangt af van je werkplek en van de mensen met wie je werkt. Je geeft persoonlijk advies en organiseert activiteiten, waarmee mensen hun leef- en woonomgeving verbeteren. Je steekt dus zelf de handen uit de mouwen en hebt veel contact met je doelgroep en je netwerk.

    “ Integraal & multidisciplinair werken, vanuit zelfregie, binnen de 8 leefgebieden.”  

    Als opleiding willen we je zelf laten ervaren dat dit je een goede basis geeft voor ‘Welzijn Nieuwe Stijl’. Door deze werkwijze (gericht op de toekomst) zal je veel mensen ontmoeten, je talenten ontwikkelen, samenwerken, zin geven, respecteren en verantwoordelijkheid nemen en geven. Zowel binnen je persoonlijke leven, als je beroepsleven en richting de cliënt en doelgroep waar jij als sociaal werker mee te maken krijgt. 

    Wat verstaan we onder integraal werken? 

    Integraal werken betekent dat er samenhang is in de aanpak tussen verschillende elementen. We kunnen daarbij twee aspecten onderscheiden: 

    1. Vanuit het perspectief van de klant/burger: een samenhangende aanpak die aandacht heeft voor alle leefgebieden en alle vraagstukken waar de klant mee worstelt. 
    2. Vanuit organisatorisch perspectief: professionals werken met elkaar samen en stemmen processen, werkwijze en expertise op elkaar af om tot een gezamenlijk plan voor de klant te komen. 

    Zelfbeeld

    Sociaal Werk  is een vakgebied waarbij de student zelf het instrument is. Het is dus heel belangrijk dat jij jezelf goed leert kennen: je sterke punten, maar ook de minder sterke kanten of zelfs valkuilen.  Vandaar dat wij jou centraal zetten bij dit leer- en ontwikkelingsproces. Hierbij krijg je  ondersteuning van docenten, een coach, instructeurs, het werkveld en medestudenten. Zelfregie en een professionele beroepshouding staan hierbij centraal.

    Beroepsbeeld

    Een beroep leer je vooral in de praktijk. Daarom neemt de beroepspraktijkvorming (BPV) een belangrijk deel van de opleiding in beslag. Het doel van BPV is dat je theorie leert koppelen aan, en toepassen in de praktijk, om straks je werk volwaardig te kunnen uitoefenen. Ook voeren we (hybride-) projecten uit in een praktijksituatie. In de beroepspraktijk heb je competenties nodig, hier werk je aan zowel binnen school als in de beroepspraktijk. Je bekijkt bij elke competentie welke praktische kennis je daarvoor nodig hebt. Zo kun je op het juiste moment de juiste dingen doen en kun je ook uitleggen waarom je ze doet. Door te werken met de combinatie van leerwerkprestaties, TWIXX en beroepspraktijkvorming onderwijzen wij je op integrale en multidisciplinaire werkwijze, zodat je straks klaar bent om als beginnend beroepsbeoefenaar aan het werk te gaan.

    Opleidingsbeeld

    Aan het begin van je opleiding begin je met een startprogramma. Door middel van dit startprogramma maak je kennis met studenten, docenten, opleidingsbeeld, zelfbeeld en beroepsbeeld.

    Binnen de opleiding werk je individueel en in groepjes. Er wordt LWP-begeleiding en TWIXX gegeven door alle jaargangen en uitstroomrichtingen heen.  De ene keer is het een workshop, de andere keer volg je een instructie. Je krijgt theorie en voert praktijkopdrachten uit. Mocht er behoefte zijn aan extra ondersteuning of extra uitdaging, dan wordt daar naar gekeken. Samen bekijken we je leertempo, manier van leren en wat je leert. Ook zijn er samenwerkingsverbanden tussen de  opleiding en het werkveld, zowel binnen Landstede als daarbuiten.

    We noemen dit integraal en multidisciplinair werken. In professionele woorden: beginsituatie, analyseren, plannen, uitvoeren en evalueren. Of anders gezegd: ervaren, reflecteren, bewust worden, groeien en weer handelen. Hierbij gebruiken we het 8-fasenmodel.

    Je hebt regie over je eigen leertraject door binnen verschillende kaders je rooster zelf te bepalen, medezeggenschap te hebben over LWP en TWIXX, praktijkexamens uit te voeren en te werken volgens het 8-fasen model. Je leert breed te kijken naar de 8 leefgebieden om via je eigen specialisme en netwerk met een integrale aanpak komen. Je specialisme wordt onder andere bepaald door je profiel en de keuzedelen.

    Als Sociaal Werker ben je bewust dat de 8 leefgebieden met elkaar in verbinding staan en de een niet zonder de ander kan. Je leert deze te benoemen en te vertalen naar cliënt of doelgroep. indien nodig zet je een netwerk in om integraal de cliënt of doelgroep vanuit zelfregie te laten handelen. 

    We werken vanuit de volgende leefgebieden:    

    1. Wonen & leefomgeving
    2. Gezondheid
    3. Financiën & Administratie
    4. Vrije tijd
    5. Zingeving
    6. Recht & Rechtstaat
    7. Sociale relaties
    8. Scholing & Arbeid

    Nota bene

    * Als SMD zit het profiel voornamelijk op de leefgebieden van Wonen & Leefomgeving, Recht & Rechtstaat, Financiën & Administratie en Scholing & Arbeid.

    * Als SCW zit het profiel voornamelijk  op Wonen & Leefomgeving, Gezondheid, Vrije Tijd, Sociale Relaties en Zingeving.

    Duur van de opleiding

    De opleiding Sociaal Werk is, in principe, een 3-jarige opleiding. Een schooljaar is opgebouwd uit 4 periodes en elke lesperiode bestaat uit 8 weken. De overige weken zijn buffer/projectweken, in deze weken vinden BPV-gesprekken plaats en andere activiteiten. De kennis en vaardigheden, die je op school leert, pas je toe in de beroepspraktijk. BPV staat voor beroepspraktijkvorming, BOT staat voor begeleide onderwijstijd, Overige tijd is de tijd die je investeert in huiswerk, reistijd, andere projecten gerelateerd aan Sociaal Werk / Burgerschap.

    Onderwijstijd in klokuren Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Totaal
    BPV 300 450 450 1200
    BOT 720 + 15 576 576 1887
    Overige tijd 565 574 574 1713
    Onderwijstijd 1600 1600 1600 4800

    Gepersonaliseerd leren

    Het beroepsgerichte onderwijs is gebaseerd op het Kwalificatiedossier. Binnen de opleiding staan zelfregie en samenwerking centraal, zowel binnen je stage, als bij jezelf. We nemen je aan het begin meer aan de hand, om je zo op te leiden tot een zelfstandig professional. Vandaar het flexrooster en vandaar het contact met studenten uit andere jaargangen en andere opleidingen. Binnen de Sociaal-agogische sector staan ook de leefgebieden centraal (welke leefgebieden zijn er, wat houden de leefgebieden in, hoe sta jij in de leefgebieden, hoe werkt het en hoe zet je het in als beginnend beroepsbeoefenaar). Deze leefgebieden zijn relevant voor de hulpverlening aan de deelnemer/doelgroep. Ook werk jij aan jouw beroepshouding, want jij bent als professional het instrument om te verbinden.

    Flexrooster

    Wij staan voor gepersonaliseerd leren. Iedereen is uniek en heeft een eigen route nodig. Binnen de opleiding wordt daarom met een flexibel rooster gewerkt, dit betekent dat jij samen met je coach je eigen rooster samenstelt. Dit heeft als groot voordeel dat jij in overleg met je BPV-instelling makkelijker je BPV kunt plannen. Elke periode is het mogelijk om andere keuzes te maken. Heb jij teveel lessen gemist, dan kun je een extra blok inplannen. De lesactiviteiten vinden plaats tussen 08:30-20:30 uur. Bij langdurige of ongeoorloofde afwezigheid kan je opgeroepen worden door Leerplicht/RMC voor een zorggesprek. 

    Bij aanvang van een nieuwe periode kunnen er nog wijzigingen plaatsvinden in de eerste lesweek, denk aan lokalen. Bij ziekte van de docent of andere onvoorziene omstandigheden proberen we als team zoveel mogelijk lessen op te vangen of het rooster in elkaar te schuiven. 

    Elke periode wordt afgesloten met een bufferweek. In de bufferweek kunnen activiteiten plaatsvinden, bijvoorbeeld workshops of een BPV-bezoek. Tijdens deze week werken we niet volgens het reguliere rooster.
    Houd er rekening mee dat je tijdens examenmomenten/buffer- en projectweken meer of op andere dagen op school moet zijn.

    Spelregels Flexrooster

    • Voor elke periode krijg je een mail met een link, je roostert je in, voordat de deadline is verstreken via deze link.
    • Je bent verplicht het vaste coachmoment inroosteren
    • Voor de generieke vakken geldt de inroosterverplichting, totdat je voldaan hebt aan de exameneis.
    • Elke periode heb je een controle/overleg moment met je coach over je flexrooster planning
    • Als je teveel (ongeoorloofd) afwezig bent, zal je de gemiste uren moeten inhalen.

    Verplichting onderwijstijd in het flexrooster

    Een mbo-student heeft 1.600 uur per jaar beschikbaar voor zijn studie. In 3 jaar tijd besteedt de student 4800 uur aan de opleiding.

    Hiervan zijn er 1800 uren die gerealiseerd moeten worden voor les op school (begeleide onderwijsuren) en 900-1200 uren voor les in de praktijk (beroepspraktijkvorming). De resterende 1800 uur is gereserveerd voor zelfstudie en reistijd.

    Gemiddelde student Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Totaal
    Coaching 5 blokken 4 blokken 4 blokken 13
    LWP basis/profiel 8 blokken 9 blokken 9 blokken 26 17 basis  9 profiel
    TWIXX basis / overlap profiel 11 blokken 4 blokken 4 blokken 19 12 basis  7 vanwege overlap in profiel
    TWIXX profiel 3 blokken 4 blokken 4 blokken 11
    Keuzedeel 3 blokken 3 blokken 3* blokken 6 t/m 9 blokken
    Totaal aantal blokken 30 blokken 24 blokken 24 blokken 78 blokken
    Introductieweek/ inhaal startblok is 24 uur 15 klokuren 0 0 15 uur
    Een blok bestaat uit 3 klokuren
    * afhankelijk van de duur van gekozen keuzedelen kunnen groene keuzedelen vervangen worden door BOT:  LWP/BASIS/Profiel TWIXX of BPV, zodat student aan de benodigde onderwijstijd kan komt
    Basis  50% (LLB/Generiek/Basis Kwalificatiedossier) 40 blokken
    Profiel 35% (Profiel Kwalificatiedossier) 27 t/m 30 blokken
    Keuzedeel 15% 6 t/m 9 blokken

    In overleg met je coach kan van het adviesprogramma afgeweken worden, dat gebeurt door aanpassingen in het ILP. Bijvoorbeeld als je een stage in het buitenland gaat lopen.

    Jij gaat tijdens de opleiding werken aan jouw eigen leertraject. Elke periode maak jij, in overleg met jouw coach, jouw eigen individuele leerplan (ILP). Als basis voor jouw ILP gebruik je een  formatrooster, in dit rooster vind je de mogelijkheden binnen de opleiding/de periode. Je maakt keuzes en daarna kan jij digitaal je persoonlijke rooster voor die periode inzien.

    Je bent medeverantwoordelijk voor realiseren van de Begeleide Onderwijs Tijd en BPV.

    In het kort de volgende spelregels:

    • In leerjaar 1 maak je minimaal 700 uur begeleide onderwijstijd
    • In 3 jaar maak je minimaal 1800 uur begeleide onderwijstijd
    • In 3 jaar maak je (afhankelijk van je leerroute 900-1200 BPV-uren)
    • Als je in het eerste jaar geen BPV loopt, volg je meer Begeleide Onderwijstijd. In jaar 2/3 loop je meer BPV en volg je minder Begeleide Onderwijstijd.

    Hier de link naar het ministerie van onderwijs met betrekking tot onderwijstijd.

    Individueel Leer Plan

    De opleiding bestaat uit drie delen, te weten een basis- en een profieldeel en keuzedeel. In het basis deel van de opleiding is ook het generieke onderdeel (LLB, Nederlands, Engels en rekenen) opgenomen.

    Leermeter

    Het onderwijsprogramma wordt beschreven in de catalogus van E-TO (Elektronisch Talentvol Ontwikkelen). We werken binnen Landstede met Leerwerkprestaties en TWIXX. Alle omschrijvingen van LWP’s en TWIXX  vind  je in het ‘Spoorboekje’. Je maakt LWP's en volgt TWIXX om op deze manier bewijzen te verzamelen.

    Tijdens gesprekken met je coach lever je bewijs aan, waardoor jullie samen de leermeter verschuiven om zo je studievoortgang bij te houden. Om beroepsbekwaam te worden, toon je dit zowel op school als in de praktijk aan.

    Om klaar te zijn voor je praktijkexamen staat je leermeter tussen vergevorderd- beroepsbekwaam bij de daarbijbehorende werkprocessen (BPV is hierbij dus ook belangrijk). Je boekt voortgang door het behalen van  LWP, TWIXX, BPV en overige projecten.

    Dus:  voor de aanvraag van een examen bij je coach, moet  je in de leermeter elk bijbehorend werkproces tussen vergevorderd en beroepsbekwaam niveau bereikt hebben.

  7. LWP ’s en TWIXX in de opleiding

    LWP (Leerwerkprestatie)

    In overleg kies je elke periode LWP’s voor je (Individueel Leerplan) ILP. Let op de werkprocessen die je wilt bereiken om een bepaald praktijkexamen te doen. Aan elke LWP hangen SBU's, de studiebelastingsuren die je nodig hebt om de LWP te kunnen maken.

    De werkwijze van LWP’s staat hieronder beschreven en zal worden uitgelegd tijdens de coaching.

    Bolletje 1:

    • Je kiest de juiste werkprocessen voor je ontwikkeling (let op cohort);
    • Je kiest tussen de 1 & 4 competenties;
    • Je vult per gekozen competentie minimaal 1 SMART doelstelling in;
    • Je kopieert en plakt de tekst van "wat laat je zien en ga je leren" en koppelt dit aan een realistische planning (SBU in introductie LWP).
    • Je laat bolletje 1 checken door de LWP begeleider in het lokaal en bij goedkeuring ga je aan de slag met bolletje 2.

    Bolletje 2:

    • Bij bolletje 2 ga je aan de slag met het uitwerken/uitvoeren van de LWP opdracht.
    • Zodra bolletje 1 goedgekeurd is, DIRECT definitief  laten maken, zodat je gelijk door kan naar bolletje 3.

    Bolletje 3:

    • Gedurende het werken aan de LWP vul je minimaal 2x tussendoor het proces bij bolletje 3 in. Laat bolletje 3 checken door de LWP begeleider voor het definitief maken.
    • Hierbij reflecteer je op de gestelde doelstellingen (‘product’) & planning (‘proces’) bij bolletje 1.

    NB.  Wanneer bolletje 1 niet correct is ingevuld, moet je dit corrigeren in bolletje 3.

    Bolletje 4:

    • Je levert het eindproduct in en/of presenteert deze.
    • Bij ‘Het product’ vul je de feedback in die je hebt gekregen (wat moet je uiteindelijk laten zien, zie LWP en de feedback op het eindproduct vanuit de LWP-begeleider en studenten)
    • Bij ‘Het proces’: Reflectie op bolletje 1 en 3 ( hoe is het proces gegaan en heb je de doelstellingen behaald binnen de planning?)

    De LWP-begeleider geeft feedback op teamroutine, zelfredzaamheid, vakkennis en vakvaardigheden en beoordeelt op Starter, Gevorderd of Beroepsbekwaam niveau (zie leermeter om te kijken welke eisen er worden gesteld aan een starter-gevorderd-beroepsbekwaam niveau). In eerste instantie moet je laten zien, dat je het startersniveau beheerst.

    TWIXX

    (Training, Workshop, Instructie en overige didactische werkvormen)
    Naast de generieke TWIXX (Nederlands, Engels, Rekenen en LLB) zijn er vakspecifieke TWIXX die je ondersteunen in de BPV, jouw ontwikkeling of de LWP’s. Hierbij kan je denken aan; methodische vaardigheden binnen het Sociaal Werk, doelgroep analyse, integraal werken, kunst en cultuur, juridische vakken, educatie en burgerschapsvorming en sport, spel en recreatie.

    Je krijgt meer informatie over het bijhouden van je studievoortgang  van je coach.

  8. Coaching

    Coaching en begeleiding

    Alle studenten krijgen een coach en BPV-docent toegewezen, soms is dat dezelfde persoon.

    De BPV-docent helpt en bewaakt jouw planning / beoordeling van de praktijkexamens. In BPV-gids kun je lezen wat de rol van de BPV-docent is. De coach is het aanspreekpunt  rondom vragen over de opleiding en studievoortgang (leermetergesprekken).  Tijdens de coaching  maak je opdrachten voor je portfolio LLB, bespreek je aan-en afwezigheid en reflecteer je op het  zelfbeeld, opleidingsbeeld en beroepsbeeld (visie).

    Soms loopt het in je studie niet helemaal naar wens. Je coach zal dan met jou kijken welke oplossing  het beste is. Het SAB (Student Advies en Begeleiding) kan daarin een steun zijn. Soms zijn er ook gesprekken met derden, bijvoorbeeld ouders, nodig.

    Coachgroep

    Je start in een bepaald cohort. Je begint de opleiding door het volgen van een startprogramma. Stroom je later in, dan volg je het Startblok. Daarnaast heb je een dagdeel coaching met je coachgroep.

    Student succes

    Binnen de opleiding SW hebben we interne studentbegeleiders. De studentbegeleider kan jou extra ondersteuning  bieden inzake voortgang opleiding, persoonlijke ontwikkeling en/of passend onderwijs. Dit gebeurt vaak in overleg met het studiecentrum en/of Student Advies- en Begeleiding. Om je opleiding tot een succes te maken, werken we soms met  een samenwerkingsovereenkomst en/of contract. Houd er rekening mee dat bij een contract er bindende afspraken zijn.

    Docenten

    De opleiding Sociaal Werk bestaat uit een kernteam. Elke week is er een kernteamvergadering om lopende zaken te bespreken. De docenten geven les, coachen studenten bij hun studie en de beroepspraktijkvorming (BPV ofwel stage). Als zij geen les geven, zijn zij vaak te vinden in de teamkamer. De e-mail adressen van de docenten zijn te vinden op het opleidingsportaal.

    Omgaan met feedback

    Tijdens je opleiding krijg je feedback en kritiek van docenten op gemaakt werk en geleverde prestaties. Deze bewijzen voeg je toe aan je leeruitkomsten in E-TO. De feedback gaat zowel over de eindproducten als het  proces. Feedback is altijd bedoeld om van te leren.

    Voortgangsbespreking

    Tijdens de voortgangsbespreking wordt jouw ontwikkeling op meerdere fronten besproken door de medewerkers van de opleiding. Als het nodig is, krijg je van je coach adviezen om dit beter te laten verlopen. Soms worden hier voorwaarden aan verbonden om de opleiding te mogen vervolgen (bijv. door een samenwerkingsovereenkomst of leercontract). Houd er rekening mee dat bij een contract er bindende afspraken zijn.

  9. Praktijkleren - BPV

    Praktijkleren – Beroepspraktijkvorming (BPV)

    Je bent gestart met een beroepsopleiding, dat betekent dat je leert voor een beroep. Het is daarom belangrijk dat je tijdens de opleiding regelmatig in het werkveld werkt en opdrachten uitvoert.

    Praktijkleren

    Een beroep leer je vooral in de praktijk. Daarom voeren we projecten uit in een (gesimuleerde) praktijksituatie door middel van LWP’s.

    Beroepspraktijkvorming (BPV)

    Gedurende de opleiding ga je een aantal keren op stage, BPV (Beroeps Praktijk Vorming). De BPV is een belangrijk en groot onderdeel van de opleiding. Door zelf actief te zijn in het werkveld doe je de nodige (leer)ervaringen op. Je praktijkbegeleider binnen de BPV-instelling geeft je feedback en zorgt voor begeleiding. Daarom neemt de beroepspraktijkvorming een belangrijk deel van de opleiding in beslag. Het doel van jouw BPV (Beroepspraktijkvorming) is dat jij de theorie leert koppelen aan, en toepassen in de praktijk, om zo als beginnend beroepsbeoefenaar je werk volwaardig te kunnen uitoefenen.

    We stimuleren je om zoveel mogelijk zelf een BPV-plek te regelen. Dit doe je in overleg met je coach. Indien nodig zoekt de BPV-coördinator met je mee naar een geschikte werkplek, hiervoor hebben we een BPV-blok waar jij je op kunt inschrijven.  Op het moment als je geen BPV loopt, dan wordt er met je afgesproken hoeveel extra blokken onderwijs je moet volgen. Later kun je de BPV-uren inhalen, dit kan wel betekenen dat je studievertraging oploopt.  Vaak moet je een sollicitatiebrief /motivatie schrijven en volgt er een gesprek. In bijna alle gevallen zal je een kennismakingsgesprek voeren met de coördinator van de BPV-instelling. 

    Voor de Beroepspraktijkovereenkomst (BPV-O) geldt dat de BPV-biedende organisatie een erkend leerbedrijf moet zijn. Niet de opleiding, maar een landelijke organisatie, de SBB (Stichting Beroepsonderwijs & Bedrijfsleven) geeft de erkenning af. Om te kijken of een BPV-plek erkend is, kun je naar www.stagemarkt.nl gaan.

    Het kan zijn dat de BPV-instellingscoördinator vraagt om jou ook in de weekenden te laten stage lopen. Dit betekent dan dat je andere dagen vrij bent. De BPV-instelling mag hierin verwachten dat je meedraait in het rooster zoals gebruikelijk is binnen de instelling. We raden je aan hierover aan het begin van de stageperiode af te stemmen met je praktijkbegeleider om lastige situaties te voorkomen (bijvoorbeeld in verband met een eventuele bijbaan in de avond- of weekenduren). Een avond- of weekendbaan is geen reden om een passende BPV plek te weigeren.

    Doelstelling is uiteraard dat je ervaring gaat opdoen om een toekomstbestendige medewerker te worden. Daarbij gaat het er bij de BPV om dat je het vereiste aantal uren moet maken. Deze worden bijgehouden op het urenregistratieformulier. Volgens afspraak in de BPV-gids lever je de urenregistratie in bij je coach. Het is belangrijk om dit bij te houden, want dit is voor jou een bewijs dat jij ook daadwerkelijk deze uren hebt stage gelopen. Naast je eigen handtekening zal er ook een handtekening worden gevraagd van je BPV-begeleider.

    In sommige gevallen krijg je van de BPV-instelling een stagevergoeding of reiskostenvergoeding. Niet elke BPV-instelling is verplicht om jou dit te geven. Wil je weten hoe dit binnen jouw instelling is geregeld, informeer er dan naar bij je stagebegeleider.

    De BPV-gids

    Elk opleidingsjaar heeft zijn eigen BPV-gids. In deze gids kun je lezen wat de BPV inhoudt, wat je daar kan leren, hoe de begeleiding er uit ziet, hoe je wordt beoordeeld en allerlei andere zaken rondom de BPV. Dit is zomaar een greep uit de inhoud van de BPV-gids, want er staat nog veel meer in. Voordat je op BPV gaat, wordt deze gids met je doorgenomen. We vinden het belangrijk dat je goed voorbereid bent. Een belangrijk onderdeel van die voorbereiding is het schrijven van een Persoonlijk Ontwikkel Plan (POP).

    In de BPV-gids kun je ook lezen hoe vaak er een docent/coach langskomt voor een gesprek. Dit gesprek vindt plaats met jou en je BPV-begeleider. In dit gesprek staat jouw leerproces en functioneren tijdens de BPV centraal en worden er afspraken gemaakt voor het vervolg. Dit wordt gedaan aan de hand van een Persoonlijk Ontwikkel Plan (POP).

    Geheimhouding

    Evenals degenen die reeds tot het beroep zijn toegelaten, heb jij ook als student een geheimhoudingsplicht. Dat houdt in dat je verplicht bent om geheim te houden alles wat jou gedurende de beroepsopleiding en BPV is toevertrouwd of dat wat je daarbij ter kennis is gekomen of waarvan je het vertrouwelijk karakter moet begrijpen.

    Internationalisering - BPV in het buitenland

    Landstede wil mogelijk maken dat je BPV kunt lopen in het buitenland. Bij het onderzoeken van de mogelijkheden kun je contact opnemen met je coach en de BPV-coördinator. Voordat een student zijn BPV in het buitenland kan doen, moet je eerst een andere stageperiode goed hebben afgerond en toestemming krijgen van het docententeam.

    Als de student toestemming krijgt voor een buitenlandse stage, zal de coach en/of BPV-docent de student begeleiden in het voorbereidende traject. Er worden afspraken vastgelegd over de wijze van begeleiding en de te maken opdrachten.

    Als je voor de uitdaging in aanmerking wilt komen, moet je aan een aantal criteria voldoen, zoals:

    • een duidelijke motivatie voor een stage in het buitenland en akkoord van de het docententeam;
    • je kunt zelfstandig werken en hebt geen achterstand in de opleiding;
    • je voldoet aan de beroepsvaardigheden
    • je hebt een BPV in Nederland voldoende afgerond
  10. Specifieke voorzieningen en of vereisten

    Op de hoogte zijn...

    Iedere student wordt geacht op de hoogte te zijn van de inhoud van:

    • Landstede studiegids
    • Opleidingsgids Sociaal Werk
    • Examenreglement
    • Locatiegids
    • Examenplan
    • BPV gids
    • E-TO
    • Kennisbank studenten
    • Opleidingsportaal

    Deze inhouden zijn in E-TO en opleidingsportaal te vinden, ook zal er in je coachles aandacht aan worden besteed.

    E-TO & informatievoorziening

    Werken met e-TO als portfolio

    Alle zaken (Kluis -> examenresultaten, Werkplaats: ILP, Leermeter, Feedback, Leeruitkomsten, Coach), Wettelijk dossier en Pedagogisch dossier  worden bijgehouden in het Elektronisch Talentvol Ontwikkelen (E-TO). Hiervoor krijg je een unieke inlogcode. E-TO bestaat uit verschillende onderdelen, meer uitleg hierover krijg je tijdens de coaching.

    Tijdens je opleiding houd je je ontwikkeling bij door het aanleggen van een portfolio in E-TO (leeruitkomsten). Deze bestaat uit de volgende onderdelen:  Sportfolio,  Landstede Loopbaan en Burgerschap (LLB), Rekenen, Taal en Beroep. In je leeruitkomsten zitten je bewijzen, waarmee je onder andere aantoont, dat je klaar bent voor een (praktijk)examen. In de leermeter moeten de daarbij horende werkprocessen op beroepsbekwaam staan voor een aanvraag van een (praktijk)examen. Aan het eind van de opleiding moet je via de beoordeling van je leeruitkomsten en exameneindgesprek aantonen dat je voldoende beroepsbekwaam bent.

    Op dit moment draait team Sociaal Werk mee in een pilot om digitaal leren studentvriendelijker te maken. Mee r informatie hierover volgt.

    Opleidingsportaal

    Op ons opleidingsportaal vind je actuele en belangrijke informatie over onze opleiding. (hier staan allerlei opdrachten, PowerPoints etc. van TWIXX en LWP's).  Informatie over hoe je bij het opleidingsportaal komt, krijg je van je coach.

    Tijdens periode 1 krijg je de inloggegevens van je coach. Tip: Pas je wachtwoord aan voor veilig gebruik!

    Kenniscentra

    We verwachten dat jij je actief op de hoogte stelt van actuele ontwikkelingen binnen het werkveld. De volgende sites kunnen je hierbij helpen:

    Kwaliteitscontrole

    Steekproefsgewijs vragen we jullie mening over examinering en onderwijs. Daarnaast inspecteren onderzoekers (auditoren) geregeld de gehele organisatie van toetsing. Landelijk is geregeld dat één keer per twee jaar er een job-monitor plaatsvindt. 

    Iedere opleiding heeft een studentenpanel. Via het studentenpanel kunnen de studenten feedback geven aan de opleiding over verschillende onderwerpen. De coach zal je daar meer over vertellen. Natuurlijk word je uitgenodigd om zaken waar je tegenaan loopt bespreekbaar te maken.

    Verklaring omtrent gedrag

    Voor sommige beroepen is een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) verplicht. Ook aan personeel dat omgaat met vertrouwelijke gegevens, kwetsbare personen geld of goederen kan een bedrijf vragen om een VOG. Wanneer je een VOG moet overleggen, hangt af van het BPV-bedrijf waar je stage loopt. Je krijgt een VOG als je geen strafbare feiten op je naam hebt staan. Anders wordt bekeken hoe bezwaarlijk dit is voor je functie. Een VOG kun je aanvragen bij je eigen gemeente.

    Onderstaande personen komen niet in aanmerking voor een VOG:

    • Personen die in de 20 jaar voorafgaande aan de aanvraag zijn veroordeeld tot een (on)voorwaardelijke gevangenisstraf of taakstraf vanwege zedendelicten.
    • Personen die 2 of meer keer in hun leven zijn veroordeeld (on) voorwaardelijke gevangenisstraf of taakstraf vanwege zedendelicten.
    • Personen die in de 10 jaar voorafgaand aan de aanvraag 1 maal in de justitiële documentatie (strafblad) voorkomen vanwege zedendelicten maar hiervoor geen gevangenisstraf of taakstraf hebben gekregen.

    De VOG heeft geen vaste geldigheidsduur. Vaak is de verklaring onbeperkt geldig voor het doel van de aanvraag. Wanneer je van baan verandert, is het mogelijk dat je werkgever verzoekt een nieuwe aanvraag te doen. Het is ook mogelijk dat je om de zoveel jaar een nieuwe VOG moet overleggen. Dit is een vergoeding voor de kosten die de gemeenten en het Centraal Orgaan Verklaring Omtrent het Gedrag (COVOG) maken. De kosten hiervoor zijn per gemeente verschillend. 

    Vrijstelling van onderwijstijd

    Een kandidaat die voorafgaand aan, of tijdens een opleiding er van overtuigd is dat hij delen van het onderwijsprogramma al beheerst kan een procedure Vrijstelling van onderwijs aanvragen bij de coach. Hiervoor is een aanvraagformulier beschikbaar. Bij deze aanvraag moeten bewijzen geleverd worden door middel van een portfolio. Aanvragen worden beoordeeld door het resultaatgebied Onderwijs. De uitslag wordt in E-TO gezet bij het pedagogisch dossier.  Het voordeel voor de kandidaat hiervan is dat er eerder, of zelfs direct, kan worden begonnen met examinering. Er wordt geen vrijstelling gegeven voor examenonderdelen van de opleiding mits je niet dezelfde examens al hebt gemaakt. 

    Beroepshouding

    Binnen de opleiding wordt er zoals eerder beschreven een gepaste beroepshouding (professioneel gedrag) van je verwacht zowel in school, tijdens de BPV als bij excursies en andere externe activiteiten. Mocht je beroepshouding onder de maat zijn (o.a. gebruik van alcohol, drugs of ongepast gedrag) dan wordt de procedure ' Schorsing en verwijdering' ingezet. 

    Verlengen van je opleiding

    Alle studenten tekenen voorafgaand aan de opleiding een OOK (Onderwijsovereenkomst). Voordat je OOK afloopt, wordt door je coach bekeken of je gaat diplomeren, examendeelnemer wordt of vertrager. Bij een vertragingstraject moet er een nieuwe OOK getekend worden en moet je opnieuw een jaar schoolgeld betalen. Als examendeelnemer betaal je per afgerond examen.

    Stoppen met de opleiding

    Als jij je diploma hebt behaald, lees dan in de Landstede Studiegids en op de site van DUO wat je moet regelen met betrekking tot het stopzetten van je studiefinanciering. Als je eerder wilt stoppen met de opleiding, verwijzen we je ook naar de site van DUO. Je One-Drive wordt bij stoppen afgesloten, we raden je aan om documenten die je op je school One-Drive hebt staan eraf te halen en zelf te archiveren.

    Stop je voor 1 oktober?

    BOL-opleiding : Als je vóór 1 oktober wordt uitgeschreven, hoef je geen lesgeld te betalen. Je moet dit dus voor deze datum geregeld hebben bij de administratie. 

    Lesgeld betaal je aan DUO. Studenten zijn zelf verantwoordelijk voor Duo afhankelijke zaken zoals lesgeld/studiefinanciering/ov kaarten. Op de site van Duo kan je alle informatie vinden hierover.

    Stap je over naar een andere opleiding binnen Landstede?

    Je les- of cursusgeld verandert niet, wel kan de deelnemersbijdrage veranderen.

    Stap je over naar een andere opleiding buiten Landstede?

    Hierover kun je informatie krijgen van het SAB (studenten advies en begeleiding) en STIP (studenten informatie punt)

    Overig

    Als je wegblijft zonder je af te melden, wordt je na een bepaalde tijd ambtshalve uitgeschreven. Hiervan wordt conform het verzuimprotocol melding gemaakt bij het verzuimloket. Je krijgt geen lesgeld terug als je stopt met je opleiding om bijvoorbeeld te gaan werken of als je gebruik maakt van de 1 februari regeling. Kijk bij DUO voor meer informatie.

    Boeken en leermiddelen

    Voor de aanvang van de opleiding heb je een brief gekregen over de aanschaf van leermiddelen. Ben je later ingestroomd, dan kun je deze brief ophalen bij de administratie.  Je moet zelf de leermiddelen aanschaffen. De leermiddelen gebruik je gedurende de hele opleiding.  Om het onderwijs goed te laten verlopen is elke student verplicht om de leermiddelen in zijn/haar bezit te hebben en mee te nemen naar school.

    Schoolkosten

    Binnen de opleiding Sociaal werk worden, naast de licenties en boekengeld, geen overige kosten berekend. Op de momenten dat er een bijdrage van studenten worden gevraagd, zal dit gedurende het jaar via de coach plaatsvinden. Denk hierbij aan excursies en/of gastsprekers. Een student heeft altijd de keuze om wel of niet een bijdrage te leveren. Mocht je ervoor kiezen om geen bijdrage te leveren, dan kan je niet deelnemen aan deze activiteiten.

    Laptop

    Het gebruik van een laptop is onmisbaar in het onderwijsproces. Je kunt een laptop aanschaffen of een laptop huren. Om de kosten zo laag mogelijk te houden, worden readers/opdrachten digitaal gepubliceerd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het opleidingsportaal,  E-TO en de kennisbank. Tijdens de lessen krijg je een instructie over hoe je hiermee kunt werken. Als je graag een reader geprint  wilt hebben, dan kun je hem zelf printen. We adviseren om het gemaakte werk altijd op te slaan in je One-drive. Omdat we digitaal werken belangrijk vinden, krijg je van ons jaarlijks een licentie om met Office365 te werken. Als je laptop misschien een keer kapot is, dan kan je een leenlaptop lenen bij het studiecentrum.

    De administratie

    De administratie heeft onder andere als taak de dossiers van de studenten compleet te maken en de gegevens in te voeren in de geautomatiseerde centrale studentenadministratie. In dit computersysteem kijkt o.a. DUO om te checken of de gegevens van een student compleet zijn en kloppen. Klopt er iets niet, dan kan de studiefinanciering van een student in gevaar komen. Ook het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen checkt de gegevens om te bepalen welk bedrag Landstede (en uiteindelijk ook onze opleiding) krijgt voor het verzorgen van onderwijs. Om aan alle eisen te voldoen moeten de onderstaande gegevens vóór 1 oktober compleet zijn.

    In het studentendossier zitten:

    • Kopie van behaalde diploma’s;
    • Kopie van cijferlijsten behorend bij de behaalde diploma’s
    • Onderwijsovereenkomst. Bij het begin van je opleiding moet je een Onderwijs-overeenkomst  ondertekenen.
    • BPV-overeenkomst: zodra je een BPV-plek hebt, wordt er  een BPV-overeenkomst gemaakt. Het aanvraagformulier hiervoor kun je in de BPV-gids vinden. Het ingevulde formulier lever je in bij de administratie. Je krijgt zo spoedig mogelijk de echte BPV-overeenkomst. Nadat de school, de student en de BPV-begeleider een handtekening hebben gezet, wordt deze getekende BPV-overeenkomst toegevoegd aan je dossier. Voordat je kan starten met BPV, moet je het ondertekende BPV-contract aangeleverd hebben. De laatste datum op het BPV-contract is de startdatum van je BPV. Vanaf dat moment tellen je uren  mee voor je BPV.

    Veranderingen in de situatie van de student wat betreft woonplaats, telefoonnummer, stageplek en dergelijke moeten binnen een week door de student aan de administratie doorgegeven.

    De administratie is te bereiken op telefoonnummer: 088-8508180 en per email: administratiesw@landstede.nl

    Om je in te kunnen schrijven, heeft de administratie ook een kopie van je identiteitsbewijs nodig.

  11. Examinering

    Belangrijke informatie over examinering voor onze opleiding, vind je via Examinering

    De examencommissie

    Elke opleiding heeft een decentrale examencommissie (DEC), die verantwoordelijk is voor de examinering binnen het landschap. De examencommissie van het landschap Gezond & Wel en Onderwijs & Opvoeding is samengesteld uit docenten die werkzaam zijn in de opleidingen Maatschappelijke Zorg, Dienstverlening, Verzorging en Verpleging, Kinderopvang, Onderwijsassistent op de locaties Harderwijk, Dronten, Lelystad, Raalte en Zwolle.

    Taken van de decentrale examencommissie zijn o.a.:

    • zicht houden op de kwaliteit van de afname en de beoordeling van
      examens;
    • het verstrekken van diploma’s, certificaten en instellingsverklaringen;
    • het verlenen van vrijstellingen van examinering;
    • het beslissen over verzoeken tot aangepaste examinering, ER-dossiers (ernstige rekenproblemen) en alternatieve keuzedelen;
    • het behandelen van klachten, fraude en onregelmatigheden.

    Het examenbureau

    Het examenbureau is verantwoordelijk voor het plannen, de afname en de verwerking van de centrale examens Nederlands, Engels en rekenen.

    Taken van het examenbureau zijn o.a.:

    • publiceren van examenresultaten in e-TO;
    • opstellen of laten opstellen van examenroosters;
    • verspreiden van examenroosters onder belanghebbenden;
    • regelen van examenruimtes;
    • regelen en instrueren en begeleiden  van surveillanten;
    • aanvragen indienen bij de examencommissie: bijvoorbeeld examentijdverlenging voor studenten die korter dan zes jaar in Nederland verblijven, vrijstellingen, alternatieve keuzedelen of deelname aan ER-examens;
    • melden van onregelmatigheden en/of klachten tijdens examinering bij de examencommissie;
    • inzage geven in beoordeelde examens aan studenten;
    • verwerken van verzoeken, aanvragen en klachten van studenten in e-TO;
    • archiveren van o.a. examens, urenstaten BPV, voldoende voor de BPV en processen-verbaal diplomering;
    • vernietigen van examens na afloop van de bewaartermijn;

    Contactgegevens examenbureau:

    Zwolle:             examenbureauzwolleb@landstede.nl 

    Examenplan

    Basis voor het onderwijs en de examinering is het kwalificatiedossier, de kwalificatie-eisen

    Loopbaan & Burgerschap in het mbo en de generieke eisen voor taal en rekenen. In het examenplan van jouw opleiding vind je het overzicht van de examens die je moet behalen om een diploma te krijgen.

    Het examenplan vind je in de kluis van je studiedashboard in e-TO.

    Praktijkexamens

    De praktijkexamens worden ingekocht bij Prove2Move. Je ontvangt een praktijkexamenboek tijdens de opleiding. In de map met examenopdrachten staat beschreven hoe je de examenopdrachten moet uitvoeren. Ook krijg je voorlichting over het voorbereiden, uitvoeren van praktijkexamens en het inleveren van de bewijslast.

    Als je een examenmap hebt en je verlaat voortijdig de opleiding, dan lever je je examenmap in bij de resultaatverantwoordelijke van het team.

    Uitvoering en beoordeling praktijkexamen

    Het opleidingsteam informeert hoe jij je op een examen voorbereidt en hoe jij een examen moet uitvoeren.

    Voor de tweede gelegenheid vraag je bij de resultaatverantwoordelijke kwaliteit en examinering een nieuw beoordelingsformulier aan dat is voorzien is van het stempel ‘Herkansing’. 

    Instellingsexamens en centrale examens (CE)

    Nederlands en Engels schrijven, spreken en gesprekken voeren en loopbaan en burgerschap zijn instellingsexamens, de afname loopt via de vakdocenten.

    Rekenen, Nederlands en Engels lezen en luisteren zijn centrale oftewel landelijke examens. Deze examens vinden op bepaalde momenten plaats. In de examenkrant lees je wanneer deze examens worden afgenomen en hoe jij je hiervoor kunt aanmelden.

    De vakdocenten informeren jou over de niveaus en de afname van de genoemde examens.

    Afwezigheid examens

    Bij afwezigheid meld je je voorafgaand aan het examen bij het examenbureau af. Zie verder ‘Recht op herkansing en overmacht’.

    Examenkrant

    Als je gaat beginnen aan de centrale examens ontvang je de examenkrant waarin je belangrijke informatie vindt. Bewaar deze goed en lees deze aandachtig door.

    Aangepaste examenmogelijkheden Nederlands, rekenen en Engels

    Het kan zijn dat de normale examenfaciliteiten niet voldoende zijn voor studenten met een beperking.  In dat geval kan de student extra faciliteiten - zoals extra tijd of extra hulpmiddelen – aanvragen bij het SAB. De aanvraag voor extra faciliteiten dient het SAB via e-TO in bij de DEC.

    Recht op inzage Nederlands, rekenen en Engels

    Je hebt recht op inzage van de examens Nederlands, Engels en rekenen. Vraag aan de resultaatverantwoordelijke wat hiervoor de procedure is.

    Recht op een herkansing en overmacht

    Wettelijk heb je recht op een tweede gelegenheid voor ieder examenmoment. Deze tweede gelegenheid wordt op een redelijke termijn opnieuw aangeboden. Een reden tot tweede gelegenheid kan zijn dat je de eerste gelegenheid ziek was of dat je een hoger examenresultaat wilt behalen.

    Bij uitzondering, bijvoorbeeld in een overmacht situatie waardoor je het examen niet kon maken, kun je in aanmerking komen voor behoud van een examengelegenheid, een derde kans. Je dient hiervoor een schriftelijk verzoek in bij het examenbureau. Je voorziet dit verzoek van argumenten en bewijsmateriaal. Het examenbureau legt jouw verzoek voor aan de examencommissie.

    Let op! In geval van een herkansing wordt altijd een volledig examen afgenomen; met andere woorden: een praktijkexamen of een centraal examen kan niet in delen worden herkanst.

    BPV

    Aan de hand van je ontwikkeling tijdens een BPV-periode wordt aan het eind van deze periode gekeken hoe jij de opleiding kunt vervolgen. Op de urenstaat verantwoord je de gemaakte uren volgens de BPVO.

    Examendeelnemer

    Een student die een examen ook in de tweede gelegenheid of bij het behoud van een examengelegenheid het examen niet heeft behaald, kan zich, mits voldaan aan de criteria van examendeelnemer, na afloop van de opleiding inschrijven als examendeelnemer. De student heeft daarmee geen recht op onderwijs, BPV of begeleiding en betaalt een bedrag voor elk nog af te leggen examen.

    Je betaalt voor de examens die je nog moet maken om het diploma te behalen: 150 euro voor een praktijkexamen en 90 euro voor een schriftelijk examen. Bovendien ben je inschrijfgeld verschuldigd.

    Let op! In geval van een herkansing wordt altijd een volledig examen afgenomen; met andere woorden: een praktijkexamen kan niet in delen worden herkanst.

    Examenprotocol studenten

    De theorie-examens worden afgenomen in aanwezigheid van een of meerdere surveillanten.

    Het examenprotocol is bindend. Dat wil zeggen dat wie zich daar niet aan houdt, zich moet melden bij het examenbureau. Vervolgens wordt contact opgenomen met de resultaatverantwoordelijke kwaliteit van het team, wat in het uiterste geval kan leiden tot nietigverklaring of uitsluiting van het examen.

    Het protocol

    • Je betreedt de examenruimte zonder tas, jas, pet, mobiele telefoon. Alleen datgene wat je nodig hebt om het examen te kunnen maken, heb je bij je (op tafel): een pen en je pasje.
    • Je neemt plaats achter de tafel die jou is toegewezen.
    • Je legt je Landstedepas of een geldig legitimatiebewijs (paspoort, identiteitsbewijs, rijbewijs) zichtbaar op de tafel.
    • Ben je niet in het bezit van een legitimatiebewijs, dan kun je niet deelnemen aan het examen.
    • Bij elke examenzitting legt de surveillant schriftelijk vast of je er bent.
    • Je neemt het examen in ontvangst van de surveillant en volgt eventuele instructies op met betrekking tot het gebruik van hulpmiddelen.
    • Je maakt het examen binnen de daarvoor beschikbare tijd zonder hardop te denken en/of te overleggen met anderen; het uitwisselen van hulpmiddelen is verboden.
    • Wanneer je klaar bent, lever je je werk, aantekeningen en de examenopgaven in bij de surveillant, de surveillant geeft aan wanneer je mag vertrekken.
    • Het verlaten de ruimte tijdens het examen is alleen toegestaan onder begeleiding van een surveillant.
    • In bijzondere situaties, bijvoorbeeld insuline spuiten, heb je dit vooraf bij het examenbureau aangegeven.

    Algemene regels

    • Je respecteert te allen tijde de dienstdoende surveillanten en volgt hun aanwijzingen zonder commentaar op.
    • Je gedraagt je zoals dat tijdens examens behoort en bezorgt niemand overlast.
    • Je levert een bijdrage aan een zorgvuldige procedure door stipt op tijd aanwezig te zijn en alles bij je te hebben wat je voor het examen nodig hebt.
    • Je hebt je voldoende voorbereid op het examen waardoor het niet nodig is dat je allerlei vragen stelt. Bedenk in dit verband dat surveillanten je inhoudelijk absoluut niet van dienst mogen zijn.

    Regels met betrekking tot begin en eind van het examen

    • Wie te laat is, heeft het recht om na aanvang van het examen nog te worden toegelaten, mits dit binnen de termijn is die de opleiding heeft vastgesteld.
    • Wie te laat is, krijgt daarover een aantekening in de presentielijst. Structurele telaatkomers kan de toegang worden geweigerd.
    • Wie te laat is, heeft geen recht op extra tijd.
    • Gedurende het eerste halfuur van een examen mag niemand het examenlokaal verlaten.
    • De in het examenrooster aangegeven begin- en eindtijd van een examen is bindend.
    • Verlenging van de examentijd is alleen toegestaan met toestemming van de DEC.

    Fraude, plagiaat en onregelmatigheden examen

    Als er fraude, plagiaat of een onregelmatigheid wordt geconstateerd bij een Engels, Nederlands of rekenexamen, maakt de student het examen af. De surveillant maakt intussen een aantekening op het proces-verbaal van het examen. De surveillant maakt een ‘protocol van onregelmatigheid’ op en stuurt dit naar de examencommissie (DEC).

    De DEC neemt maatregelen, bijvoorbeeld ongeldigheidverklaring van de uitslag van het betreffende examen of uitsluiting van (verdere) deelname aan examinering. Voordat een dergelijke maatregel wordt opgelegd, wordt de student gehoord. De student kan zich daarbij laten bijstaan door een meerderjarige. Als de student minderjarig is, neemt de student een wettelijke vertegenwoordiger mee. Alle betrokken partijen worden van de maatregel schriftelijk in kennis gesteld.

    Bij onregelmatigheid moet je denken aan:

      • spieken
      • niet opvolgen van instructies van surveillanten;
      • het gebruik van niet-toegestane hulpmiddelen;
      • telefoon opnemen of bekijken tijdens het examen;
      • het meenemen van het kladpapier uit de examenruimte

    Verder beoordeelt de examencommissie of gedragingen, handelingen en dergelijke als onregelmatigheid gelden.

    Als bij een praktijkexamen fraude, plagiaat of een onregelmatigheid wordt geconstateerd, meldt de coach dit bij de DEC. De procedure verloopt op dezelfde wijze als hierboven.

    Bezwaar maken

    Als je het niet eens bent met een uitslag, een genomen maatregel of beslissing kun je binnen tien werkdagen nadat je hiervan op de hoogte bent gesteld een schriftelijk bezwaarschrift indienen bij de Decentrale Examencommissie (DEC). Als je het vervolgens niet eens bent met de beslissing van de DEC, kun je binnen tien dagen na deze beslissing in beroep gaan bij de Commissie van Beroep van Landstede. (zie par. 1.15 Handboek examinering) Het examenbureau fungeert als postadres voor deze bezwaarschriften.